-
602 items gevonden
-
Vincent Pieter Geert Karremans (Den Haag, 12 november 1986) is een Nederlands politicus, ondernemer en bestuurder. Hij is lid van de VVD. Sinds 2 juli 2024 is hij staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport in het kabinet-Schoof. Van 2 september 2021 tot 2 juli 2024 was hij wethouder van Rotterdam. Karremans ging van 1999 tot 2005 naar het gymnasium op het Rijnlands Lyceum Wassenaar. Hij studeerde van 2005 tot 2012 Financiële Economie (cum laude) en van 2005 tot 2013 Ondernemingsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Tijdens zijn studie was hij voorzitter van het Rotterdamsch Studenten Corps. In 2011 richtte Karremans tijdens zijn studietijd met anderen het bedrijf Magnet.me[1] op, dat werkzoekenden en bedrijven met elkaar in contact brengt. In 2017 deed hij mee aan het televisieprogramma What's the right thing to do? van de publieke omroep HUMAN.[2] Van 2019 tot 2023 was hij voorzitter van de AYA taskforce van het Erasmus MC Kanker Instituut. Karremens trouwde en kreeg twee kinderen. Zijn interesses zijn onder andere voetbal, CrossFit, geschiedenis, technologie en Nederlandse, Britse en Amerikaanse politiek. Karremans was tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 lijsttrekker voor de VVD in Rotterdam. Onder zijn leiding behaalde de partij vijf zetels (10,68%) en werd daarmee de op één na grootste partij van de stad, achter Leefbaar Rotterdam (11 zetels, 20,50%). Hoewel zijn partij met twee wethouders toetrad tot het college van b&w, nam Karremans plaats in de gemeenteraad. Als fractievoorzitter werd hij verkozen tot Beste Politicus van Rotterdam in 2018.[3] Op 2 september 2021 volgde Karremans Bert Wijbenga op als wethouder van buitenruimte, integratie en samenleven en eerste locoburgemeester wegens diens benoeming als burgemeester van Vlaardingen.[4] Hierdoor moet hij zijn werkzaamheden voor Magnet.me neerleggen.[5][6][7] In oktober 2021 werd hij er lijsttrekker van de VVD voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2022.[8] Op 30 maart 2022 werd hij er gemeenteraadslid.[9] Op 16 juni van dat jaar werd Karremans er wethouder van handhaving, buitenruimte en mobiliteit. Zijn plek in de gemeenteraad werd door een ander ingevuld. Robert Simons nam zijn plek in als eerste locoburgemeester en hijzelf werd tweede locoburgemeester.[10][11] Op 2 juli 2024 werd hij staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport in het kabinet-Schoof en stopte hij als wethouder van Rotterdam.[12] [...]
nl.wikipedia.org
10-05-2025 09:21:00 | Biografie
-
Pieter Herman Omtzigt (Den Haag, 8 januari 1974) is een Nederlands politicus. Hij is sinds 2003, met korte onderbrekingen in 2010 en 2021, volksvertegenwoordiger in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Omtzigt verkreeg brede waardering voor het aankaarten in de landelijke politiek van misstanden bij de uitvoering van het toeslagenstelsel. De toeslagenaffaire die mede door zijn kritiek ontstond leidde in januari 2021 tot de val van het kabinet-Rutte III. Van 2000 tot 2021 was Omtzigt lid van het Christen-Democratisch Appèl (CDA), vervolgens zat hij twee jaar als 'afsplitser' in de Kamer. In 2023 was hij mede-oprichter van de partij Nieuw Sociaal Contract (NSC) met een verkiezingsprogramma dat in de eerste plaats ging om hervormingen van het openbaar bestuur en versterking van het dualistische systeem in de politiek. De nieuwe partij werd met twintig zetels in de Tweede Kamer verkozen. Wegens gezondheidsredenen kondigde Omtzigt op 18 april 2025 aan de politiek te verlaten. Hij gaf zijn politiek leiderschap en fractievoorzitterschap van de NSC per direct op. Omtzigt werd in 1974 geboren als één van een tweeling. Zijn vader Jan Omtzigt (1939–2019) was achtereenvolgens rijksambtenaar bij de PTT, en directeur van retraitehuis De Zwanenhof bij Zenderen. Namens het Aartsbisdom Utrecht was J. Omtzigt tevens gedelegeerde voor het katholiek onderwijs, en diaken in de Elisakerk te Almelo.[2] Met zijn ouders en twee broers verhuisde Omtzigt rond zijn vijfde verjaardag van Wassenaar naar Borne.[3] Hij doorliep het gymnasium aan het R.K. Lyceum De Grundel in Hengelo. Volgens zijn moeder was Omtzigt van jongs af aan bezig met politiek, leergierig en breed georiënteerd.[2] Van 1992 tot 1996 studeerde Omtzigt aan de Universiteit van Exeter in Engeland, waar hij een BA graad behaalde in Economie en Statistiek met Europese studies. Tussentijds studeerde hij het studiejaar 1994 en 1995 in een uitwisselingsprogramma aan de Libera Università Internazionale degli Studi Sociali Guido Carli (LUISS) in Rome. Van 1991 tot 1993 was Omtzigt lid van het hoofdbestuur van de vakbond CNV Jongeren. Na zijn studie deed Omtzigt promotieonderzoek aan het European University Institute in Florence. Hij promoveerde in december 2003 (PhD in econometrie) op een proefschrift getiteld Essays in Cointegration Analysis. Omtzigt was van 2000 tot 2002 onderzoeker aan de Università degli Studi dell'Insubria in Varese, Italië. Vanaf 2002 was hij post-doctoraal onderzoeker aan de vakgroep Kwantitatieve Economie van de Universiteit van Amsterdam.[4] Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd Omtzigt, nog zonder politieke ervaring, op de 51e plaats van de kandidatenlijst van het CDA geplaatst.[5] De positie was niet voldoende voor een kamerzetel, maar hij kwam op 3 juni 2003 alsnog in het parlement nadat een aantal CDA-Kamerleden toetrad tot het kabinet-Balkenende II.[6] In het parlement ontwikkelde hij zich tot expert op het gebied van pensioenen. Kritische uitlatingen in de zomer van 2004 over de storting van 1,5 miljoen euro in de pensioenpot voor directieleden van De Nederlandsche Bank, die al met 62 jaar met pensioen konden, wekten de toorn van directeur en prominent CDA'er Nout Wellink en de partijtop. In een open brief noemde Wellink de kritiek 'tendentieus en kwetsend', "DNB en PVK zijn zich er zeer van bewust een publieke functie te hebben en om te gaan met publiek geld".[7][8] In een interview met NRC Handelsblad in 2004 pleitte hij voor een samenhangend gezins- en familiebeleid om een krimpende bevolking, vergrijzing en een daarmee gepaard gaande druk op pensioenstelsels tegen te gaan. Hij sprak zich uit voor betere schoolopvang, en tegen financiële prikkels voor gezinnen om meer nakomelingen te krijgen.[9] Vanaf november 2004 is Omtzigt lid van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa en de West-Europese Unie. Hij is vicevoorzitter van het Monitoring Committee en zet zich in voor mensenrechten van christenen in het Midden-Oosten, met name de Syrisch-orthodoxe Kerk in Turkije, Irak en Syrië.[10] De Raad heeft de bevoegdheid, landen die mensenrechten schenden onder curatele te stellen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 stond Omtzigt op een 37e plaats. Doordat zijn partij 41 zetels haalde, werd hij direct gekozen. Als rapporteur van de Raad van Europa speelde Omtzigt een rol bij het tot stand brengen van een verdrag, dat de aangesloten landen verplicht om onder voorwaarden elkaar gegevens te verstrekken over banktegoeden van burgers. Dit om zwart geld uit misdaad en belastingfraude beter te kunnen opsporen en vorderen. Belastingparadijzen als Zwitserland en Luxemburg maken deel uit van het Verdrag van Den Haag.[11][bron?] Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 stond Omtzigt op de 29e plaats van de kandidatenlijst van het CDA. Door een groot verlies van zijn partij werd hij niet direct herkozen. Tijdens de kabinetsformatie Nederland 2010 maakte hij deel uit van het zogenaamde Javaberaad dat kritisch was op samenwerking met de PVV, maar hij stemde op het CDA-formatiecongres 2010 uiteindelijk wel voor samenwerking.[12] Nadat een aantal CDA-Kamerleden als bewindspersoon toetraden tot kabinet-Rutte I kon hij in oktober 2010 toch terugkeren op een van de opengevallen zetels in de Kamer. Omtzigt interpelleerde in juni 2011 minister van Volksgezondheid Edith Schippers over het Elektronisch patiëntendossier (EPD). Een maand later vroeg Omtzigt aan Schippers of er mogelijkheden zijn om ex-neuroloog Ernst Jansen Steur tuchtrechtelijk te vervolgen en daardoor op een zwarte lijst geplaatst te krijgen, wat ervoor moet zorgen dat hij niet meer elders aan het werk kan.[13] In 2012 bracht hij een initiatiefnota uit over de situatie van het Syrisch-orthodoxe Mor Gabriel-klooster en Arameessprekende christenen in Turkije.[14] Omtzigt wilde dat minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal bezwaar zou maken tegen de dreigende grondonteigening van het klooster door de Turkse staat. In 2012 werd Omtzigt door de Tweede Kamer aangewezen als Nederlands rapporteur bij de door de Europese Commissie voorgenomen hervormingen van de nationale pensioenstelsels. Europa overwoog in een nieuwe richtlijn onder meer, strengere eisen te stellen aan pensioenfondsen, waardoor tientallen miljarden extra als buffer in kas zouden moeten worden gehouden. Tot zijn taken hoorde het observeren van de politieke gang van zaken rond de voorstellen, er verslag over te doen in de Kamer en het Nederlandse standpunt in Brussel te verdedigen.[15] In deze rol hekelde Omtzigt de voorgenomen bemoeienis van de Europese Unie met de Nederlandse pensioenvoorzieningen. In de Kamer heeft hij tweemaal een motie ingediend die breed werd gesteund, om invloed uit Brussel op de Nederlandse pensioenen te blokkeren. Als gevolg hiervan ging een deel van het pensioenplan van de Europese Commissie niet door: het verzet uit Nederland heeft met succes prudentieel toezicht en buffereisen à la Solvency II uit de richtlijn gehouden.[16] In juni 2012 liet Omtzigt weten zo snel mogelijk opheldering van de Europese Unie te willen over de plannen van EU-voorzitter Herman Van Rompuy om lidstaten hervormingen in het pensioenstelsel op te leggen. Omtzigt vond ingrijpen door de EU alleen acceptabel als een pensioenstelsel van een land financieel onhoudbaar blijkt te zijn.[17] Op 6 september sprak Omtzigt in Brussel met Eurocommissaris Michel Barnier over de toekomst van het pensioen in de Europese Unie. Nederland zou volgens hem een gele kaart moeten trekken en er bij Europese parlementen op aandringen hetzelfde te doen tegen zeggenschap van Europa op de nationale pensioenpot.[18][19][16] Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 werd Omtzigt door de CDA-kiescommissie aanvankelijk niet op de kandidatenlijst gezet. Dit omdat hij zich intern verzet had tegen de gedoogsamenwerking met de PVV in kabinet-Rutte I.[20] Na een actie, opgezet door Twentse afdelingen van zijn partij en gesteund door verscheidene partijprominenten, kende het CDA-verkiezingscongres Omtzigt de 39e plaats toe. Dat zou in principe een te lage plaats zijn om herkozen te worden, waarop een intensieve persoonlijke verkiezingscampagne werd gestart die gesteund werd door de pensioensector. Hij kreeg 36.750 voorkeurstemmen (15.708 waren er nodig geweest om zonder partijsteun in de Kamer gekozen te worden). In de veertien Twentse gemeenten behaalde hij alleen al 27.348 stemmen. Hij was het enige CDA-lid dat via voorkeurstemmen gekozen werd. Op 6 november 2013 werd Omtzigt door de Raad van Europa benoemd tot rapporteur afluisteren en klokkenluiders.[21] Opgave was te onderzoeken wat er wordt afgeluisterd, wie daarbij met wie samenwerkt en in hoeverre daarbij de regels worden overtreden. Ook moest hij gaan onderzoeken wat voor regels er moeten komen op het gebied van afluisteren en hoe die te handhaven zijn. In 2015 probeerde Omtzigt te achterhalen welke Nederlanders (of hun nabestaanden) van de Duitse overheid nog steeds een pensioen genieten omdat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog in Duitse krijgsdienst hebben gezeten en over die toelage geen belasting betaalden. Op 13 september 2019 stelde de Nederlandse regering de kwestie opnieuw bij het kabinet-Merkel IV aan de orde. Zowel Otto Fricke van de liberale FDP als Omtzigt eiste een reactie van de Duitse regering. Ook in 2015 stelde hij Kamervragen over de heling van het beklemd vermogen door Aegon, opgebouwd voor de pensioenen van de Rotterdamse havenwerkers.[22] De uitgever besloot een alinea uit het boek Pensioenmiljoenen van het Kamerlid te schrappen.[noot 1][23] In maart 2017 maakte Omtzigt kenbaar dat de Europese Unie (EU) het associatieverdrag met Turkije moest opzeggen, waarin onder meer behoud van een Turks paspoort en geen verplichting tot inburgering geregeld staan. "Nederland moet de wet veranderen, zodat onvrije regimes hier niet onbeperkt politieke activiteiten kunnen ontplooien", aldus Omtzigt. Vanaf 2021 moeten Turken verplicht inburgeren.[24] In november 2017 raakte Omtzigt in opspraak omdat hij volgens NRC Handelsblad in mei dat jaar een Oekraïner een valse getuigenis had laten afleggen over het neerstorten van Malaysia Airlines-vlucht 17.[25] Hij erkende via Twitter dat hij onzorgvuldig gehandeld had en legde enkele dagen later het woordvoerderschap over het MH17-dossier neer. Echter ook NRC Handelsblad kreeg zware kritiek op haar journalistieke handelwijze.[26][27] In 2017 werd Omtzigt door de Raad van Europa benoemd tot bijzonder rapporteur in een onderzoek naar de moordzaak van Daphne Caruana Galizia. Zijn taak was na te gaan of het moordonderzoek in Malta eerlijk verliep. Vanaf 2019 kwam Omtzigt, samen met Tweede Kamerleden Renske Leijten (SP) en Farid Azarkan (DENK), op voor gedupeerde ouders bij afhandeling van aanvragen voor, en controle op uitvoering van de Toeslagenwet waarbij ruim 25.000 gezinnen onrecht werd aangedaan. Dit ontwikkelde zich tot de toeslagenaffaire. Nadat D66-staatssecretaris van Financiën Menno Snel eind 2019 opgestapt was vanwege deze affaire, werd Omtzigt door de coalitietop gevraagd om hem op te volgen. Omtzigt wees dit aanbod af.[28] In het kader van de toeslagenaffaire werden ambtenaren en (oud-)bewindslieden gehoord door de ingestelde parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. De bevindingen van deze commissie leidden uiteindelijk tot de val van het kabinet-Rutte III, in januari 2021.[29] Leijten en Omtzigt ontvingen, als erkenning voor hun aanhoudende inspanningen, de onderscheiding Politieke Prestatie van 2019.[30] De kritiek en zelfkritiek in het schandaal voerde, onder leiding van Omtzigt, ook tot het besluit van de Tweede Kamer om door een onafhankelijke instantie te laten onderzoeken hoe het staat met de rechtsbescherming van burgers in Nederland, en hoe het stelsel van macht en tegenmacht in de praktijk functioneert. Het onderzoek werd opgedragen aan een gezaghebbende buitenstaander: de Venetië-commissie van de Raad van Europa.[31] Het rapport dat uit dit onderzoek voortkwam hekelt onder meer de tegenwerking van kritische Tweede Kamerleden, zoals bleek uit gelekte notulen van de ministerraad, de coalitiedwang (fractiediscipline) die daaraan ten grondslag ligt en de politieke cultuur die dit in stand hield.[32] Toen het CDA in juni 2020 een lijsttrekkersverkiezing aankondigde, met het oog op de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021, stelde Omtzigt zich op 25 juni als vierde persoon kandidaat.[33] Nadat Kamerlid Martijn van Helvert zich op 30 juni terugtrok ging de strijd uiteindelijk tussen minister en vicepremier Hugo de Jonge, staatssecretaris Mona Keijzer en Omtzigt. Op 11 juli 2020 werd in evenementenhal De Remise de uitslag bekendgemaakt en bleek er een tweede ronde nodig: De Jonge kreeg 48,7% van de stemmen, 39,7% ging naar Omtzigt. De Jonge kwam 248 stemmen tekort om een tweede ronde te voorkomen.[34] Keijzer riep haar stemmers op in de volgende ronde Omtzigt te steunen.[35] De tweede ronde, waarvan de uitslag op 15 juli 2020 bekend werd gemaakt, verloor Omtzigt met 49,3% tegenover 50,7%.[36] Een maand na de lijsttrekkersverkiezingen werden fouten ontdekt in de stemmingen. Zeker zes verwisselingen kwamen aan het licht; men stemde op de ene kandidaat en kreeg een bedankje voor een stem op de andere. Onder meer Keijzer zette vraagtekens bij het verloop[37] waardoor het partijbestuur zich genoodzaakt zag een extern onderzoek te laten doen.[38] Dat leverde geen wijzigingen op. In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen bracht Omtzig in maart 2021 het boek Een nieuw sociaal contract uit dat meteen op nummer twee binnenkwam in De Bestseller 60. Hierin voert de filosoof en columnist Welmoed Vlieger een vraaggesprek met hem. Omtzigt geeft als zienswijze dat er in Nederland problemen zijn met de balans van macht en tegenmacht en de mechanismen van de rechtsstaat in de praktijk niet altijd goed functioneren, zoals uit het kinderopvangtoeslagenschandaal bleek. Omtzigt pleit vanuit eigen ervaringen in de politiek voor een nieuw sociaal contract. Het gedachtegoed is gebaseerd op de sociale, katholieke leer en gaat uit van het idee dat burgers en overheid een contract met elkaar sluiten, de overheid als ‘schild voor de zwakkeren.[30][39] Eind februari 2021, midden in de campagne, gaf Omtzigt aan gas terug te moeten nemen om tot rust te komen.[40] Bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021 behaalde Omtzigt 342.472 voorkeurstemmen, waarvan er 67.626 afkomstig waren uit Overijssel.[41] Ophef ontstond toen er op 23 maart 2021 een artikel werd gepubliceerd door opinieblad HP/ De Tijd van de hand van Ton F. van Dijk over een fluistercampagne door leden van de CDA-partijtop. Die zou Omtzigt bewust als "labiel" afschilderen. Ook zou hij volgens Van Dijk, die zich zei te baseren op informatie van "ingewijden", zoveel mogelijk buiten de verkiezingscampagne zijn gehouden.[42] Kort daarna werd aan het begin van de kabinetsformatie een interne notitie van verkenner Kajsa Ollongren bekend omdat deze - abusievelijk - door een persfotograaf deels leesbaar werd gefotografeerd[noot 2] en door het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) deels leesbaar werd gepubliceerd. Daarop stond onder meer: "positie Omtzigt, functie elders". Ollongren en medeverkenner Annemarie Jorritsma stapten wegens het bekend worden van de notitie diezelfde dag nog op.[43][44] Vanuit diverse Kamerfracties werd opheldering over deze passage gevraagd.[45] Omtzigt noemde "functie elders" een affront tegen de Nederlandse kiezer.[46] Mark Rutte, demissionair minister-president en fractieleider van de VVD in de Tweede Kamer, verklaarde dat hij in zijn gesprekken met de verkenners het niet over Omtzigt had gehad.[47] Uit de op 1 april openbaar gemaakte gespreksnotities bleek dat Rutte wel degelijk gesproken had over Omtzigt, specifiek dat een positie als minister voor hem acceptabel was.[48] Rutte gaf aan dat hij dat vergeten was. De Tweede Kamer verwierp een motie van wantrouwen tegen Rutte, maar nam een motie van afkeuring aan. Ondanks dat Omtzigt nog steeds met een burn-out thuis zat, nam hij op 31 maart 2021 wel zijn zetel in.[49] Door de ophef rond hem als Kamerlid in de formatie gaf hij aan dat hij moeilijker herstelde. Uiteindelijk koos hij er daarom op 25 mei 2021 toch voor om zich tijdelijk te laten vervangen.[50] Op 10 juni 2021 lekte een 78 pagina's tellend memo uit van Omtzigt, gericht aan de commissie-Spies van het CDA die de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 analyseerde. Het memo was uitsluitend bedoeld voor intern gebruik, om een inhoudelijke discussie te kunnen voeren.[51] Omtzigt gaf daarin een scherpe visie over het functioneren van de CDA, over fractiemedewerkers en CDA-Tweede Kamerleden die niet met naam werden genoemd en schreef dat hem het lijsttrekkerschap was beloofd als Hugo de Jonge zich als lijsttrekker zou terugtrekken. Het lijsttrekkerschap werd na De Jonges vertrek echter aangeboden aan Wopke Hoekstra. Volgens Omtzigt ging dat volledig buiten hem om. Fractiemedewerkers en Tweede Kamerleden zouden volgens Omtzigt over hem hebben gezegd dat hij een "psychopaat, zieke man, teringhond, eikel, gestoord" en "labiel" is. Sommige van die beweringen waren door Omtzigt in een WhatsApp-screenshot aan de memo toegevoegd.[52] Twee dagen later zegde Omtzigt zijn lidmaatschap van het CDA op "met pijn in mijn hart" en kondigde aan de intentie te hebben om na zijn ziekteverlof verder te gaan als onafhankelijk Tweede Kamerlid.[51] Hij ontkende de memo zelf gelekt te hebben.[53] Op 15 september 2021 kwam Omtzigt terug in de Tweede Kamer als lid van een eenmansfractie onder de naam Lid Omtzigt. In een interview met De Twentsche Courant Tubantia een week eerder, had Omtzigt aangegeven een terugkeer naar CDA uit te sluiten.[54][55] Als zogenaamde 'afsplitser' kreeg hij van de Tweede Kamer de helft minder spreektijd tijdens debatten en 75 procent minder financiële en personele ondersteuning in vergelijking met een partij met één zetel.[56] In november 2021 is de Stichting Steunfonds Groep Omtzigt van start gegaan. Vier, zowel actieve als voormalige, CDA-leden onder wie voormalig Tweede Kamerlid Hein Pieper en advocaat Evelien Quist hebben plaats in het stichtingsbestuur. Doel is het beschikbaar stellen van middelen voor het uitvoeren van projecten, het tot stand brengen van visies en ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied. Daarnaast biedt het steunfonds mogelijkheden om ICT en communicatiekosten te voldoen en bijeenkomsten te organiseren. Door de media als vrienden, aanhangers en sympathisanten omschreven initiatiefnemers, richtten met een "kopie van Omtzigts politieke agenda" in december 2022 de politieke partij Alliantie op.[57] De oprichting gaf vanwege de zeer nauwe persoonlijke relaties tussen Omtzigt en de oprichters aanleiding tot speculaties in landelijke media over beginnende partijvorming door en ten behoeve van het partijloos Kamerlid. Hoewel Omtzigt volgens de woorden van zijn woordvoerder "warme banden" met de oprichters en leden van Alliantie onderhoudt, is Omtzigt geen lid.[58][59] Ondanks verzoeken daartoe stelde hij zich ook geen kandidaat voor die partij bij de Provinciale Statenverkiezingen 2023, hij gaf prioriteit aan zijn parlementaire werkzaamheden.[60] Op 20 augustus 2023 liet Omtzigt weten mee te doen aan de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 met een nieuwe, mede door hem opgerichte partij, het Nieuw Sociaal Contract (NSC), in de hoop burgers mee te krijgen in zijn visie over hoognodige hervormingen van het landsbestuur. Achtergronden en ideeën daarvoor waren beschreven in zijn boek Een nieuw sociaal contract uit 2021 en het boek Veenbrand uit 2019 van de toenmalig directeur Sociaal en Cultureel Planbureau, Kim Putters.[61][62] Tijdens de verkiezingscampagne was er lang twijfel over Omtzigts ambitie, wat Omtzigt kritiek opleverde van andere lijsttrekkers.[63] Hij gaf uiteindelijk aan bij een grote verkiezingswinst als nieuwe partij niet meteen in een regering te willen stappen, maar liever in de Tweede Kamer te willen blijven, en enkel onder voorwaarden premier te willen worden.[64] Ook gaf hij aan niet met de PVV te willen samenwerken vanwege een te grote afstand tot de rechtsstaat.[65] NSC kwam met twintig zetels als drie-na-grootste partij in het parlement. Omtzigt is sindsdien na Wilders het langstzittende Tweede Kamerlid. In een formatie van 223 dagen vormde NSC uiteindelijk met PVV, VVD en BBB het kabinet-Schoof. Omtzigt maakte op 11 september 2024 bekend om gezondheidsredenen voor een aantal weken een stap terug te zetten en zijn werk meer op de achtergrond te doen. Het fractievoorzitterschap van de NSC-fractie werd tijdelijk waargenomen door Nicolien van Vroonhoven.[66] Omtzigt kwam weer terug per 20 november dat jaar, maar nog niet fulltime. Een deel van de taken van het fractievoorzitterschap bleef bij Van Vroonhoven.[67] Op 18 april 2025 maakte Omtzigt in een zelf gemaakt filmpje op X bekend uit de politiek te stappen. Als reden gaf hij dat het hem anders niet lukte om van zijn burn-out te herstellen. Hij zei ervoor te kiezen om "voor het eerst" zijn gezin en zijn gezondheid voorop te zetten. Zijn taken als fractievoorzitter en partijleider van de NSC werden per direct overgenomen door Van Vroonhoven.[68] Vooralsnog bleef hij formeel aan als Tweede Kamerlid.[69] Omtzigt is sinds 2009 getrouwd met Ayfer Koç, met wie hij twee dochters heeft. Ook twee dochters uit Koç' vorige huwelijk behoren tot het gezin. Koç was van 2010 tot 2022 raadslid en vanaf 2014 fractievoorzitter van het CDA in de gemeenteraad van Enschede.[70] Diederik Boomsma · Faith Bruyning · Olger van Dijk · Annemarie Heite · Harm Holman · Folkert Idsinga · Daniëlle Jansen · Agnes Joseph · Isa Kahraman · Willem Koops · Ria de Korte · Pieter Omtzigt · Wytske Postma · Ilse Saris · Jesse Six Dijkstra · Aant Jelle Soepboer · Nicolien van Vroonhoven · Sander van Waveren · Merlien Welzijn · Natascha Wingelaar [...]
nl.wikipedia.org
09-05-2025 18:18:00 | Biografie
-
Judith Johanna Marianne Uitermark (Edam, 20 september 1971) is een Nederlands politica en voormalig rechter. Sinds 2 juli 2024 is ze namens Nieuw Sociaal Contract (NSC) minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Schoof. Daarvoor was ze van 6 december 2023 tot 2 juli 2024 namens NSC Tweede Kamerlid. Eerder was ze van april 1998 tot oktober 2001 namens het Christen-Democratisch Appèl (CDA) gemeenteraadslid van Haarlem. Van 1983 tot 1988 ging Uitermark naar het havo op het Newmancollege te Breda (diploma). Daarna studeerde ze van 1988 tot 1993 international business aan het heao van de Hogeschool Haarlem (diploma). In 1990 ging ze voor studie en stage naar Brest en Lyon. Van 1993 tot 1995 studeerde ze bestuurskunde (losse vakken behaald) en van 1993 tot 2001 Nederlands recht (diploma) aan de Universiteit van Amsterdam. Van april 2001 tot december 2008 was Uitermark rechterlijk ambtenaar in opleiding (raio) bij de Rechtbank Utrecht. In die periode was ze actief in de sectoren strafrecht, civiel recht en bestuursrecht, officier van justitie bij het parket Utrecht, rechter-plaatsvervanger bij de sector bestuursrecht en liep ze stages bij de Raad voor de Kinderbescherming en het ministerie van Justitie. Van december 2008 tot september 2023 was Uitermark rechter bij de Rechtbank Noord-Holland. In die periode was ze gerechtsauditeur, tevens rechter-plaatsvervanger bij de sectie strafrecht, rechter bij de sectie strafrecht, rechter bij de sectie familie en jeugd en (senior) rechter bij de sectie strafrecht. Daarnaast was Uitermark van april 2015 tot juni 2022 landelijk coördinator mediation in strafzaken en van januari 2017 tot januari 2020 senior adviseur strafrecht bij de Raad voor de Rechtspraak. Van februari 1995 tot april 1998 was Uitermark fractiemedewerker van het Christen-Democratisch Appèl (CDA) in Haarlem. Van april 1998 tot oktober 2001 was ze er namens het CDA gemeenteraadslid. Ze was er lid van de raadscommissies algemeen bestuurlijke zaken, welzijn & onderwijs en sport & recreatie. Van 6 december 2023 tot 2 juli 2024 was Uitermark namens Nieuw Sociaal Contract (NSC) Tweede Kamerlid. Namens NSC was ze woordvoerder strafrechtketen (politie, OM, rechtspraak), zedenbeleid, justitieel jeugdbeleid, drugs en sport. Op 2 juli 2024 werd Uitermark namens NSC minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het Kabinet-Schoof. Na het aantreden van het kabinet werd NSC'er Simon Geleijnse politiek assistent van Uitermark. Ze kreeg in haar portefeuille: Uitermark is gehuwd. [...]
nl.wikipedia.org
09-05-2025 11:50:00 | Biografie
-
Tjebbe van Oostenbruggen (Zeist, 22 september 1979) is een Nederlands politicus namens Nieuw Sociaal Contract (NSC). Sinds 15 november 2024 is hij staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Schoof, met de portefeuille Fiscaliteit en Belastingdienst. Sinds 12 december 2024 is hij ook verantwoordelijk voor de Douane. Voor zijn staatssecretariaat was hij vanaf 6 december 2023 Tweede Kamerlid. Voordat hij de politiek in ging, was hij ondernemer. Van Oostenbruggen studeerde International Business in Maastricht.[1] Vanaf 2009 werkte hij bij Brainnet, een arbeidsbemiddelaar. Bij de verkoop van het bedrijf in 2021 had hij 65% van de aandelen in bezit, wat hem ruim 62 miljoen opleverde toen het bedrijf werd verkocht. Een deel investeerde hij weer in het nieuw gevormde bedrijf. Na de verkoop van het Brainnet werd hij partner bij investeringsmaatschappij Genua Capital.[2] Bij de verkiezingen van 22 november 2023 stond hij op plaats 15 van de kandidatenlijst van NSC.[3] In een interview met Quote zegt hij over zijn lidmaatschap van NSC: "Toen Nieuw Sociaal Contract was opgericht, wilde ik daar direct bij horen. Als ondernemer heb ik me nooit thuisgevoeld bij CDA of VVD. Mooie verhalen, maar er wordt nooit echt doorgepakt op thema s die belangrijk zijn voor ondernemers. De arbeidsmarkt is daar het beste voorbeeld van. Hoe lang praten we al wel niet over zaken als schijnzelfstandigheid, uitbuiting en ..." (zin loopt in het interview niet verder).[4] Hij werd na zijn beëdiging op 6 december 2023 woordvoerder financiën. Voor de Europese verkiezingen in 2024 was hij de campagneleider van het NSC. De partij haalde 1 zetel in het Europees parlement. Op 15 november 2024 werd Van Oostenbruggen staatssecretaris van Financiën op de onderdelen Fiscaliteit en Belastingdienst. Hij volgde daarmee zijn op 1 november afgetreden partijgenoot Folkert Idsinga op. Hiermee maakt hij deel uit van het kabinet-Schoof.[5] Sinds de Kamerverkiezingen van 2023 wordt er een hoorzitting gehouden met kandidaat-bewindslieden. Op 14 november was de hoorzitting met Van Oostenbruggen. In zijn motivatiebrief gaf hij aan zich onder meer te willen inzetten voor zzp ers en flexwerkers.[6] Op 15 november werd hij door de koning beëdigd.[7] Sinds het aantreden van staatssecretaris Sandra Palmen op 12 december 2024 is Van Oostenbruggen ook verantwoordelijk voor de Douane, een dossier dat hij overnam van de afgetreden Nora Achahbar.[8] Tjebbe van Oostenbruggen is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is actief kerklid en doet aan hardlopen, bootcamp en volleybal.[1] Over zijn (kandidaat-)Kamerlidmaatschap vertelde hij: "Thuis waren ze daar niet meteen happig op trouwens, maar ze vonden ook: als je het écht graag wil, dan moet je het proberen."[9] [...]
nl.wikipedia.org
08-05-2025 16:14:00 | Biografie
-
Hendrikus Wilhelmus Maria (Dick) Schoof (Santpoort, 8 maart 1957) is een Nederlands politicus en voormalig ambtenaar. Hij is sinds 2 juli 2024 de partijloze minister-president van Nederland in het kabinet-Schoof. Tot en met 28 mei 2024 was hij secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Eerder was hij directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Schoof werd geboren in Santpoort[1] en groeide vanaf zijn achtste op in Hengelo.[3] Hij is de een-na-jongste uit een katholiek gezin met zeven kinderen.[3] Zijn tien jaar oudere broer Nico Schoof is oud-burgemeester.[1][4] Van 1969 tot 1975 volgde Schoof het vwo aan het R.K. Lyceum De Grundel te Hengelo.[5][6] Hij studeerde vervolgens van 1975 tot 1982 planologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij was lid van de studentenroeivereniging Phocas, waar hij in 1979-1980 voorzitter van het 33ste bestuur was.[7] Na zijn afstuderen werd Schoof beleidsmedewerker onderwijs bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). In 1988 stapte hij over naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW), waar hij verschillende functies vervulde. In de periode 1996-1999 was hij plaatsvervangend secretaris-generaal van het ministerie van Justitie. Van 1999 tot 2003 was Schoof hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en aan het einde van die periode werd hij ook project-directeur-generaal Vreemdelingenwet 2000. Daarna werd hij directeur-generaal Openbare Orde en Veiligheid (DGOOV) bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), waar hij het initiatief nam voor een Strategie Nationale Veiligheid en de aanpak van radicalisering naar zich toe trok, wat eigenlijk tot het domein van het ministerie van Justitie behoorde. Dienovereenkomstig was Schoof aanvankelijk ook een tegenstander van de in 2004 ingestelde functie van Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb).[8] In 2010 was Schoof een van de architecten van het nieuwe ministerie van Veiligheid en Justitie, waar het directoraat-generaal Veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken in werd opgenomen en dat zodoende naast het Openbaar Ministerie voortaan ook de politie omvatte. Zelf werd Schoof eind 2010 directeur-generaal Politie op dit "superministerie" en als zodanig belast met de vorming van de nieuwe Nationale politie. De kritiek op dit zeer moeizame project trof echter vooral minister Ivo Opstelten en de eerste nationale korpschef Gerard Bouman.[8] Nadat Schoof vergeefs had gepoogd om secretaris-generaal van Justitie en van Defensie te worden,[4] volgde hij per 1 maart 2013 Erik Akerboom op als Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), de functie waar hij aanvankelijk zo kritisch tegenover stond. In de vijf jaar als NCTV kreeg hij onder meer te maken met het neerschieten van vlucht MH17 op 17 juli 2014 en was hij ook over andere onderwerpen op het gebied van nationale veiligheid regelmatig in de media te zien.[8] Een onafhankelijk onderzoek naar het optreden van de overheid na de MH17-ramp concludeerde dat de NCTV in die tijd "te veel naar binnen gekeerd was en weinig samenwerkte met andere overheidsdiensten". Volgens opgevraagde documenten heeft Schoof voor de publicatie van het onderzoek geprobeerd druk te zetten om de conclusies af te zwakken en de samenstelling van de onderzoekscommissie te veranderen. In een reactie op deze onthulling reageerde het ministerie van Justitie en Veiligheid dat deze pogingen tot beïnvloeding zouden zijn mislukt.[9] Uit interne documenten opgevraagd door NRC bleek in 2024 dat Schoof sinds 2014 de NCTV burgers heeft laten volgen met online nepaccounts, terwijl juristen hem meermaals waarschuwden dat dit juridisch waarschijnlijk niet toegestaan was.[10] Tegenover NRC bevestigden meerdere bronnen dat Schoof over de kwestie tegen een medewerker gezegd zou hebben dat "wie nog een keer over die grondslag begint, zijn spullen [kan] pakken".[11] Het ging hierbij om het heimelijk volgen van onder meer "politieke campagneleiders, religieuze leiders, linkse en rechtse activisten". In een uitzending van WNL op Zondag noemde Schoof Kick Out Zwarte Piet (KOZP) een beweging "die mogelijk extremistisch wordt en dan ook geweld kan gaan gebruiken", waardoor het in 2017 in het jaarlijkse Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland werd opgenomen.[12] Na een klacht van KOZP kwam de NCTV hier in 2019 op terug, en noemde het nu een "activistische organisatie" die "de politieke besluitvorming tracht te beïnvloeden binnen de grenzen van de wet".[13] Per 17 november 2018 volgde Schoof Rob Bertholee op als directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Hij vond deze dienst te veel naar binnen gekeerd en wilde daar verandering in aanbrengen, onder meer door het op 2030 gerichte traject Beagle, meer transparantie en betere relaties met externe partners. Ook kreeg Schoof te maken met kritiek op twee ambtsberichten die de dienst had doen uitgaan over het islamitische Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam, alsmede met de kritische blik van de nieuw opgerichte Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB).[8] Na vijftien maanden bij de AIVD vertrok Schoof om met ingang van 1 maart 2020 secretaris-generaal bij het ministerie van Justitie en Veiligheid te worden, een functie die onverwacht vrijkwam, maar die Schoof volgens menigeen altijd al wilde vervullen, al was het maar om te zorgen dat dit door problemen geplaagde ministerie eindelijk beter zou gaan functioneren.[8] Bij de AIVD werd hij opgevolgd door voormalig korpschef van de politie Erik Akerboom.[14] Tijdens de kabinetsformatie van 2023-'24 werd Schoof op 28 mei 2024 voorgedragen als minister-president door de onderhandelende partijen PVV, VVD, NSC en BBB.[15][16] Dit gebeurde nadat Geert Wilders (PVV), partijleider van de grootste partij in de Tweede Kamer, onvoldoende steun kreeg om zelf premier te worden en voormalig PvdA-minister Ronald Plasterk zich had teruggetrokken als premierskandidaat.[17][18] Op 2 juli 2024 werd Schoof beëdigd als minister-president.[19] Met zijn leeftijd van 67 jaar en 116 dagen bij eerste beëdiging is hij de oudste minister-president ooit beëdigd in de Nederlandse geschiedenis.[5] Een debat twee dagen later in de Tweede Kamer over de regeringsverklaring van het kabinet werd als chaotisch getypeerd. Schoofs verdediging tegen beschuldigingen van racisme aan het adres van kabinetsleden werd door PVV-leider Geert Wilders als "lam" omschreven en het debat werd later opgeschort zodat Schoof minister van Volksgezondheid Fleur Agema (PVV) kon berispen voor het verstoren van het debat via een live-tweet.[20] Schoof presenteerde op 13 september 2024 het "regeerprogramma" van het kabinet, waarin het tussen de coalitiepartijen gesloten hoofdlijnenakkoord verder werd uitgewerkt. Het herhaalde de intentie van het kabinet om een asielcrisis uit te roepen, waarmee de eerste parlementaire goedkeuring werd omzeild. Schoof verklaarde dat burgers een asielcrisis doormaakten, maar zei dat hij geen voorwaarden of een tijdlijn voor de oplossing ervan kon specificeren.[21] Toen documenten van ambtenaren het standpunt innamen dat het gebruik van noodbevoegdheden geen juridische rechtvaardiging had, uitte Nicolien van Vroonhoven (NSC) haar zorgen, terwijl Wilders waarschuwde dat het kabinet in de problemen zou kunnen komen als er geen noodwet zou worden aangenomen.[22] Schoof faciliteerde vervolgens onderhandelingen tussen de coalitiepartijen en in oktober 2024 werd een akkoord bereikt over asielmaatregelen die het gebruik van noodbevoegdheden uitsloot. Na de rellen in Amsterdam in november 2024 zei Schoof dat hij zich "schaamde" en "geschokt was door de antisemitische aanvallen op Israëlische burgers." Hij noemde de situatie "volstrekt onaanvaardbaar" en voegde eraan toe dat "de daders zullen worden geïdentificeerd en vervolgd." Hij gaf een specifieke groep jongeren met een migratieachtergrond de schuld van de aanslagen en zei dat de gebeurtenissen wezen op een breder integratieprobleem. Schoof annuleerde zijn aanwezigheid bij de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties in 2024 om de reactie van de Nederlandse regering te monitoren. Op 15 november kondigde staatssecretaris Nora Achahbar haar ontslag aan vanwege "polariserende interacties in de afgelopen weken." Media meldden beledigende, radicale en potentieel racistische opmerkingen over de aanslagen in Amsterdam tijdens een vergadering van de Raad van Ministers. Schoof nodigde de leiders van de vier coalitiepartijen uit om zich bij het kabinet aan te sluiten voor crisisbesprekingen om een kabinetsval te voorkomen, en ze stemden er uiteindelijk mee in dat andere kabinetsleden van de NSC zouden aanblijven. Schoof ontkende beschuldigingen van racisme binnen het kabinet en de coalitiepartijen. Bij zijn aantreden als premier in mei 2024 beloofde Schoof het regeerakkoord uit te voeren.[23] Hij benadrukte dat hij zou optreden als een onpartijdige politicus en zich niet bij de PVV zou aansluiten, maar hij zei dat hij de zorgen over immigratie, asiel en vluchtelingen, sociale zekerheid, boeren en internationale veiligheid deelde met de partijen in zijn kabinet.[24] In een later interview stelde Schoof dat het regeerakkoord hem niet bijzonder aansprak: ‘Als iets je aanspreekt, raakt het ook je hart. Maar het was een normaal akkoord, zonder rabiate punten, waar ik naar toe kon gaan. zeg natuurlijk ‘ja .”[25] Schoof beloofde een strengere aanpak van immigratie te zullen hanteren, waarbij hij verklaarde dat hij de huidige asiel- en migratieniveaus beschouwt als een druk op de samenleving, met name op de sociale voorzieningen en de cohesie.[26] Hij betoogde dat Nederland een selectievere aanpak zou moeten hanteren bij het toelaten van migranten om een duurzaam demografisch evenwicht te garanderen. Hij suggereerde dat de arbeidsmigratiecijfers zouden kunnen worden aangepast om een gewenste toestand van de economie te ondersteunen, en hij stelde voor om asielaanvragen te beoordelen op basis van individuele omstandigheden in plaats van op brede landspecifieke richtlijnen. Schoof heeft een vriendin en met zijn ex-vrouw twee uit China geadopteerde dochters.[3] Schoof loopt als hobby marathons.[27] Schimmelpenninck · De Kempenaer · Thorbecke · Van Hall · Van der Brugghen · Rochussen · Van Zuylen van Nijevelt · Van Heemstra · Fransen van de Putte · Van Zuylen van Nijevelt · Van Bosse · De Vries · J. Heemskerk · Kappeyne van de Coppello · Van Lynden van Sandenburg · Mackay · Van Tienhoven · Roëll · Pierson · Kuyper · De Meester · T. Heemskerk · Cort van der Linden · Ruijs de Beerenbrouck · Colijn · De Geer · Gerbrandy · Schermerhorn · Beel · Drees · De Quay · Marijnen · Cals · Zijlstra · De Jong · Biesheuvel · Den Uyl · Van Agt · Lubbers · Kok · Balkenende · Rutte · Schoof [...]
nl.wikipedia.org
07-05-2025 18:15:00 | Biografie
-
Geert Wilders (Venlo, 6 september 1963) is een Nederlands politicus, oprichter, partij- en fractievoorzitter van de Partij voor de Vrijheid (PVV). Hij begon zijn politieke loopbaan in 1990 als beleidsmedewerker bij de VVD en werd in 1997 gemeenteraadslid in Utrecht. In 1998 werd hij lid van de Tweede Kamer voor de VVD. Na een breuk met die partij in 2004 richtte hij de PVV op, waarmee hij in 2006 voor het eerst deelnam aan de Tweede Kamerverkiezingen en negen zetels behaalde.[1][2][3] Onder leiding van Wilders groeide de PVV uit tot een invloedrijke partij met vertegenwoordiging in de Tweede Kamer, Eerste Kamer, het Europees Parlement, Provinciale Staten en enkele gemeenteraden. In 2010 bood de PVV gedoogsteun aan het kabinet-Rutte I, een minderheidscoalitie van VVD en CDA. Deze samenwerking eindigde in 2012 toen Wilders weigerde akkoord te gaan met voorgestelde bezuinigingsmaatregelen.[2] In 2023 behaalde de PVV 37 zetels en werd daarmee de grootste partij in de Tweede Kamer. De PVV leidt sinds juli 2024 een coalitie van vier partijen onder leiding van minister-president Dick Schoof. Wilders staat bekend om zijn uitgesproken standpunten over islam en immigratie. Hij beschouwt de islam als een bedreiging voor westerse waarden en pleit onder meer voor het verbieden van de Koran en het sluiten van moskeeën in Nederland.[4] Daarnaast wil hij immigratie vanuit islamitische landen stoppen en heeft hij gepleit voor het afnemen van stemrecht van Nederlanders met een dubbele nationaliteit.[5] Hoewel hij jarenlang pleitte voor een "Nexit", heeft hij dit standpunt in recente jaren afgezwakt ten gunste van hervormingen binnen de EU.[6][7] Wilders is meerdere keren vervolgd vanwege controversiële uitspraken. In 2016 werd hij door de rechtbank schuldig bevonden aan groepsbelediging vanwege zijn minder Marokkanen”-uitspraak, maar er werd geen straf opgelegd. In hoger beroep handhaafde het gerechtshof deze uitspraak in 2020 en in cassatie bevestigde ook de Hoge Raad dit oordeel in 2021.[8][9] Geert Wilders groeide op in een rooms-katholiek gezin van vier in Venlo, Limburg. Zijn vader, Johannes Henricus Andreas Wilders, werd geboren in Maasbree in Nederland, terwijl zijn moeder, Maria Anne Ording, afkomstig was uit Soekaboemi, een stad in het voormalige Nederlands-Indië.[10] Zijn grootmoeder aan moederszijde, Johanna Magdalena Meijer, maakte deel uit van een Indisch-Nederlandse familie.[11] Zijn grootvader aan moederszijde, Johan Ording, werkte bij het Ministerie van Koloniën als adjunct-directeur financieel toezicht in Oost-Java. Na ontslag wegens ernstig wangedrag” keerde hij niet terug naar Nederlands-Indië en ontving hij geen pensioen, wat leidde tot financiële problemen voor het gezin.[11] Wilders behaalde zijn middelbare schooldiploma aan het St. Thomas College in Venlo, waar hij zowel een mavo- als een havo-opleiding afrondde. Na zijn middelbare school schreef hij zich in bij de Stichting Opleiding Sociale Verzekeringen (SOSV) in Amsterdam, waar hij een opleiding volgde gericht op sociale verzekeringen en administratieve functies. Wilders combineerde deze opleiding met werkervaring bij een verzekeringsmaatschappij, wat hem een praktische basis gaf voor zijn latere carrière in de politiek.[12] Tijdens zijn militaire dienst sprak Wilders met opluchting over het feit dat hij nooit een tent hoefde te delen met soldaten uit West-Duitsland tijdens gezamenlijke NAVO-oefeningen. Deze afkeer van Duitsers werd mede beïnvloed door de ervaringen van zijn vader. Zijn vader werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog als adjunct-directeur bij de Chemische Fabriek L. van der Grinten (het latere Océ), en moest onderduiken om aan de nazi's te ontsnappen. Deze gebeurtenissen lieten diepe sporen na in het gezin Wilders.[13] Wilders werkte na zijn diensttijd van 1980 tot 1982 in Israël op een mosjav, waar hij zich naar eigen zeggen onmiddellijk geheel thuis voelde[14] en zag hij hoe "het land vocht voor zijn bestaansrecht".[14] Met het in Israël verdiende geld reisde hij door de Arabische landen in de regio, waarbij hem "de grove onderdrukking door niet-democratische leiders", de angst voor hen en de haat ten aanzien van Israël bij zou blijven.[12] Na zijn terugkomst in Nederland haalde hij een aantal deelcertificaten voor rechtsgeleerdheid aan de Open Universiteit.[15] Ook werkte hij enkele jaren bij de Ziekenfondsraad en de Sociale Verzekeringsraad. Wilders werd in 1989 lid van de rechts-liberale VVD en kwam op 1 oktober 1997 als raadslid voor deze partij in de Utrechtse gemeenteraad, waar hij tot april 1998 diende.[1] Een jaar later werd hij Tweede Kamerlid. Wilders was voor zijn Kamerlidmaatschap al betrokken geweest bij de VVD-fractie als fractiemedewerker, onder leiding van Frits Bolkestein, waar hij als speechschrijver actief was op het gebied van sociale zaken en sociaal-economisch beleid. Later was hij als Kamerlid zelf mentor van voormalig Nederlands minister-president Mark Rutte.[16] Bij zijn entree als parlementariër kwam Wilders in het voorjaar van 1999 in de publiciteit met plannen om de uitkeringsrechten van WAO'ers met psychische klachten in te perken, waarmee hij een reputatie van "rechtse liberaal" verwierf. Met zijn kritiek joeg hij niet alleen de oppositie tegen zich in het harnas, maar ook de paarse coalitiegenoten PvdA en D66. Inkomensafhankelijke subsidies voor langdurig werklozen, zoals de individuele huursubsidie, zouden volgens hem moeten worden verlaagd, als prikkel om de werklozen aan de slag te krijgen. Wilders hield vol dat zijn voorstellen niet "asociaal" waren, maar juist "uiterst sociaal". Met betrekking tot de hardheid van zijn formuleringen verklaarde hij "geen diplomaat, maar politicus" te zijn.[17][18][19][20] In december 1999 toonde Wilders zich in een Kamerdebat bezorgd over moslimextremisme in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Turkije, Afghanistan, de Kaukasus en Centraal-Azië.[21][22][23] Welgestelde individuen en stichtingen in Saoedi-Arabië zouden terroristische groeperingen financieel steunen. Internationale samenwerking zou vereist zijn om dit te bestrijden. Wilders heeft overigens als VVD-Kamerlid van de bestrijding van de islam als zodanig niet altijd een punt gemaakt. Hij zei in een uitzending van Barend en Van Dorp van 24 september 2001 dat hijzelf en de VVD "niets tegen de islam" hadden en noemde de oproep van Pim Fortuyn tot een Koude Oorlog tegen de islam "een verwerpelijke opmerking, omdat deze daarmee alle moslims op een hoop gooit". In de uitzending, die later als YouTube-filmpje tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 weer opdook, verklaarde Wilders dat er met de islam "niets mis" is. Hij noemde de islam destijds een "te respecteren godsdienst". Gevraagd naar een reactie, zei Wilders hierover dat hij destijds "nog gebukt ging onder het juk van Van Aartsen en Dijkstal". Dijkstal bestreed echter dat Wilders door de VVD in zijn vrije meningsuiting zou zijn beperkt.[24] Wilders legde voorts in de uitzending uit 2001 uit dat hij zich alleen richtte tegen "het kleine stukje moslimextremisme dat je in veel islamitische landen aantreft".[25] Bezorgdheid van VVD-zijde om de internationale ordening kwam in die tijd voort uit het belang van Nederland 'als middelgrote handelsnatie' bij 'een stabiele internationale omgeving'. Wilders kreeg van het GPV bijval; D66 zei nog niet te zien waar het Wilders precies om ging binnen 'de totale problematiek van het Midden-Oosten en het vredesproces aldaar'; ook GroenLinks ging in debat. Na de aanslagen op 11 september 2001 groeide de aandacht voor Wilders' standpunten ten aanzien van de islam.[26] In november 2001 stelde Wilders samen met partijgenoot Frans Weisglas dat, naast Afghanistan, ook Saoedi-Arabië, Iran en Syrië "bakermatten van intolerantie, extremisme en terrorisme" zijn, bijvoorbeeld wegens het financieren van "islamitisch-extremistische en terroristische organisaties".[27] Hij profileerde zich in deze tijd als fel gekant tegen islamitisch terrorisme, maar kreeg weinig bijval. Voor de Tweede Kamerverkiezingen van mei 2002 had de kandidatencommissie – waarvan de latere premier Mark Rutte een van de leden was – Wilders op nummer 30 geplaatst. Zodoende was hij na de verloren verkiezingen, waarbij de VVD 24 zetels haalde, Kamerlid af. Na de installatie van het Kabinet-Balkenende I vertrokken 5 leden van de VVD-fractie uit de Kamer om als bewindspersoon aan de slag te gaan. Ook Loek Hermans verliet de Kamer, waardoor op 26 juli 2002 Wilders opnieuw werd geïnstalleerd als Tweede Kamerlid. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van januari 2003 stond Wilders op de veertiende plek op de kieslijst – lager dan staatssecretaris Rutte op 11 – en keerde als mentor van Rutte terug.[16] Als enig Kamerlid vroeg Wilders steeds weer aandacht voor wat hij zelf "de risico's van moslimterreur" noemde. Ook stelde hij er tijdens debatten vragen over.[28] Ondanks verzet van de fracties van PvdA, GroenLinks en de SP wist Wilders een meerderheid te verwerven voor een motie waarin de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Van Aartsen werd gevraagd een analyse te maken van het moslimextremisme, inclusief "de mogelijke gevolgen voor Europa en Nederland". Die analyse bleef daarop lang uit,[26] maar uiteindelijk volgde in december 2001, twee jaar nadat de motie werd aangenomen en drie maanden na de aanslagen in de VS, alsnog de notitie Islamitisch radicalisme. Zowel Wilders als zijn partijgenoot Frans Weisglas uitten harde kritiek op wat Wilders "een teleurstellend stuk" noemde. Wilders stelde vervolgens honderd vragen, een ongebruikelijk hoog aantal voor een stuk van vijfentwintig kantjes. Wilders stelde dat Van Aartsen "in feite bleef steken en weinig visie gaf." Hij vroeg de minister of hij de regeringen van Saoedi-Arabië, Syrië en Iran "ooit had durven aanspreken" op hun directe steun aan Hamas, de Islamitische Jihad en Hezbollah, volgens hem terroristische organisaties.[29] Binnen de VVD voer Wilders steevast een uitzonderlijk conservatief-liberale koers, wat wrijving veroorzaakte met partijgenoten.[bron?] Op 26 maart 2003 stelden Wilders en Ayaan Hirsi Ali schriftelijke Kamervragen aan de regering over ronselen in Nederland voor de Jihad. De minister antwoordde op 16 april.[30] Kort voor 10 april 2003, toen de Amerikanen in de oorlog in Irak Bagdad al hadden veroverd, vroeg Wilders om een spoeddebat over moslimfundamentalisme en moslimextremisme in Nederland. Tegenover de Volkskrant sprak hij over het gevaar van Iran, Saoedi-Arabië en Syrië voor Europa. Een groot deel van het Westen, Nederland incluis, zou dat onderschatten.[31] Als voorbeeld noemde hij de vermeende ontwikkeling van langeafstandsraketten door Iran. Wilders rekende Saoedi-Arabië tot de "as van het kwaad", wegens de steun van dit land aan extremistische organisaties. De radicalisering van de bevolking in Iran, Saoedi-Arabië en Syrië en elders zou volgens Wilders toenemen door de oorlog in Irak, een ontwikkeling die op haar beurt "de enorme migratiestromen van islamieten naar Europa" tot een zorgelijke kwestie zou maken. Op 12 april 2003 stelde Wilders met Hirsi Ali dat de islamitische gemeenschap in Europa en in Nederland in hoog tempo radicaliseerde en terreurdaden aan het voorbereiden zou zijn in Europa en Nederland.[32] In een gesprek met de Volkskrant in november 2003 zei Wilders dat de VVD een "ruk naar rechts" zou moeten maken. Ook hekelde hij de vakbonden en het "laffe" standpunt van het kabinet inzake de Irak-crisis (wel politieke, geen militaire steun). De aanwezigheid van moslims in Nederland noemde hij een "multicultureel drama".[33] Als Tweede Kamerlid kwam hij in de landelijke publiciteit door het inzenden van stukken voor de opiniepagina's van de landelijke dagbladen. Deze ingezonden stukken gingen onder meer over het buitenlands beleid inzake het Midden-Oosten, Israël en Iran, maar ook over binnenlandse sociaal-economische onderwerpen. Hij schreef deze stukken alleen of samen met onder andere VVD-Tweede Kamerleden Frans Weisglas[34] en Ayaan Hirsi Ali. In de stukken keerde telkens een waarschuwing terug voor een toegeeflijke houding ten aanzien van islamitisch extremisme.[35] Wilders werd in juni 2004 gepasseerd voor de functie van staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.[1] In juli 2004 publiceerden Wilders en zijn VVD-fractiegenoot Gert-Jan Oplaat een op persoonlijke titel opgesteld manifest met tien stellingen "bedoeld voor de interne discussie binnen de VVD". Ze wilden de partij een rechtsere koers laten varen en haar het behoudende gezicht teruggeven. Ze stelden onder meer dat radicale moslims Nederland moeten worden uitgezet. Verder pleitten zij voor het principe van three strikes and you're out, waarbij wetsovertreders na drie misdrijven levenslang zouden moeten krijgen, zouden de uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking moeten worden gehalveerd, moest de maximumsnelheid op de Nederlandse wegen omhoog en zou de VVD op geen enkele wijze medewerking moeten verlenen aan de vorming van een derde paars kabinet in de toekomst. Ook stelden zij dat Turkije nooit lid zou mogen worden van de Europese Unie. Ze namen met hun stellingen ook afstand van het pleidooi van de sociaal-liberale staatssecretarissen Rutte en Schultz van Haegen om van de VVD juist een sociaal-liberale partij te maken.[36][37] Eind augustus 2004 kwam het tot een confrontatie als gevolg van twee gebeurtenissen. Ten eerste, door het manifest dat Wilders met Oplaat publiceerde en, ten tweede, door Wilders' daadwerkelijke weigering in te stemmen met de officiële mening van zijn fractie dat Turkije, wanneer dit land aan bepaalde voorwaarden voldoet, ooit EU-lid zou kunnen worden. Wilders wilde Turkije op basis van culturele verschillen uitsluiten van de EU en weigerde zich te onderwerpen aan de fractiediscipline. Dit was een principieel punt, want de VVD deelde haar mening met een ruime Kamermeerderheid, en Wilders' tegenstem zou de besluitvorming niet beïnvloeden. Fractievoorzitter Jozias van Aartsen dreigde Wilders uit de fractie te zetten: Wilders moest zich in zijn publieke optredens matigen of anders zijn Kamerlidmaatschap opgeven. Enkele weken voor het reces had hij een interview aan het weekblad HP/ De Tijd gegeven waarin hij aankondigde hoofddoekjes "rauw te lusten".[38][39][40][41] Wilders reageerde fel op het ultimatum en eiste een gesprek met Van Aartsen, maar de fractieleider wees op het aangekondigde jaarlijks evaluatieweekeinde van de fractie. Van Aartsen ontkende als zou de VVD Wilders pootje willen lichten. Mocht Wilders uit de fractie stappen, dan zou Oplaat hem niet volgen, zo liet deze weten.[42][43][44][45][46] Op 2 september 2004 werd de breuk tussen Wilders en de rest van de VVD-fractie een feit,[47] na de gerezen verwikkeling die ook leidde tot allerlei speculaties over de kracht van de partij,[48] terwijl ook geopperd werd dat hij meer had kunnen bereiken indien hij lid van de fractie en de partij was gebleven. Wilders' positie was onhoudbaar geworden. Hij besloot verder te gaan als eenmansfractie en koos daarvoor de naam Groep Wilders. Dit besluit viel niet goed bij de VVD. Omdat Wilders bij de verkiezingen onvoldoende voorkeurstemmen had verkregen om direct te zijn verkozen, vond een deel van de VVD dat hij zijn zetel moest afstaan aan de partij. Toen hij dat weigerde, werd hij beschuldigd van "zetelroof". Binnen de partij was er echter ook kritiek op de wijze waarop de wrijving tot een breuk had geleid met dit Kamerlid wiens standpunten duidelijk de rechtsere achterban sterk aanspraken. Oud-minister Nijpels stelde dat Wilders met zijn standpunten "een extreemrechtse partij, zoals Janmaat heeft gehad" wilde oprichten.[49][50][51][52][53][54][55][56][57] Zelf zei Wilders een nieuwe partij of beweging te willen oprichten, maar daarbij niet de fouten van de LPF te willen herhalen.[58][59] In opiniepeilingen bleek de eenmansfractie met deze aangekondigde, maar nog niet bestaande partij bij eventuele verkiezingen op meerdere Kamerzetels te kunnen rekenen: daags nadat Maurice de Hond vier zetels voorspelde, berichtte NIPO dat het er negen zouden kunnen worden.[60] Bijna twee weken later kon hij rekenen op twaalf zetels indien hij zou meedoen aan verkiezingen, zo bleek uit een peiling van Maurice de Hond.[61] Aanvankelijk werd verondersteld dat de Groep Wilders een eenmansfractie zou blijven.[62][63][64] Wilders richtte zich tot het publiek met een ingezonden stuk in de Volkskrant. Daarin gaf hij zijn uitgesproken mening over de politieke toestand in Nederland en stelde dat er ruimte zou zijn voor een nieuwe politieke partij, die zou kunnen worden aangevoerd door Wilders zelf, Joost Eerdmans (toen LPF), Marco Pastors (Leefbaar Rotterdam) en Bart Jan Spruyt van de Edmund Burke Stichting.[65] Wilders ontwikkelde snel het idee verder uit van een eigen partij of "beweging", waarvan de door hem bezet gehouden zetel in de Tweede Kamer het begin zou moeten zijn.[66] Zijn fractiemedewerker werd Martin Bosma. Hij kondigde aan campagne te zullen voeren tegen de Europese Grondwet en een EU-lidmaatschap voor Turkije.[67] Om aan zijn streven uitdrukking te geven, liet Wilders zijn eenmansfractie vanaf 13 september 2004 naar buiten treden als "Groep Wilders - Partij voor de Vrijheid". Officieel bleef de fractie in het parlement Groep Wilders heten, omdat de Kamerreglementen een naamswijziging niet toestaan. Al snel werd hij binnen de VVD herkend als een "concurrent" die bij volgende verkiezingen het rechtsere electoraat sterk zou aanspreken en stemmen bij de VVD zou weglokken, wat leidde tot discussies over hoe de VVD zich dan zou kunnen profileren.[68][69] Wilders oogstte veel steunbetuigingen met het door hem geuite voornemen een eigen partij te beginnen. Inmiddels was in het Nederlandse politieke klimaat de discussie over de islam opgelaaid, met name na de moord op Theo van Gogh. Zelf benadrukte Wilders dat het hem niet alleen om de islam ging, maar ook om "de Haagse cultuur".[70] Toch domineerden zijn standpunten over de islam de commentaren.[71][72][73][74][75][76][77][78][79] Wilders werd in oktober 2004 met onthoofding bedreigd in een islamitische video, die werd verspreid via een jihadistische site op het internet. Op de video werd Wilders, onder begeleiding van Arabische muziek, een "afgod" genoemd die wegens "spotten met islam" door onthoofding ter dood moest worden gebracht. "Beloning voor deze opoffering is het paradijs", zo meldde de video, waarop ook Ayaan Hirsi Ali werd afgebeeld.[80] In verband met de vele bedreigingen die ook reeds eerder tegen hem waren geuit in verband met zijn uitspraken over de islam[81] werd Wilders vanaf 14 oktober 2004 beveiligd, naar aanleiding van de internetvideo. Hij vond dat hij zijn werk als parlementariër niet meer kon doen en ook dat hij gehinderd werd in zijn streven de door hem beoogde partij gestalte te geven. Hij werd ondergebracht op een "geheime extra beveiligde locatie", waarover later werd gepubliceerd dat het Kamp Zeist zou zijn geweest.[82][83][84][85][86][87][88][89] De bedreigingen weerhielden Wilders er niet van zijn standpunten verder uit te dragen. Er kon volgens De Volkskrant een verharding in zijn standpunten worden opgemerkt.[90] Later in oktober 2004 publiceerde hij samen met Spruyt een stuk in Het Parool waarin zij betoogden dat de islam een bedreiging zou vormen voor de Nederlandse rechtsstaat. Nadat Wilders eerder had verklaard alleen "de excessen" van de islam te willen bestrijden, stelde hij nu de gehele religie ter discussie.[91][92] Kort hierna werd Theo van Gogh vermoord. Wilders reageerde met de mededeling zich daardoor niet te laten afschrikken.[93] Hoewel hij eerder had aangekondigd te willen wachten tot de volgende Tweede Kamerverkiezingen, liet Wilders in het tv-programma Nova weten dat hij reeds met Bart Jan Spruyt van de conservatieve Edmund Burke Stichting had gesproken over de oprichting van een "liberaal-conservatieve partij".[94][95] Niet alle conservatieven bleken even gecharmeerd van de gedachte met Wilders in zee te gaan.[96] Enkele CDA-prominenten verlieten hierop deze stichting. Zowel Wilders als Spruyt ontkenden stellig gezamenlijk een politieke partij te willen oprichten.[97][98][99] Spruyt trad wel op als adviseur van Wilders.[100] De niet door iedereen even gewenste associatie met Wilders bleef de stichting nog lang bezighouden.[101][102] Kort daarna werd in het Haagse Laakkwartier een terroristische cel opgerold. Jason Walters en Ismail Akhnikh waren volgens bronnen bij justitie van plan Hirsi Ali en Wilders te vermoorden. De Dienst Nationale Recherche besloot de twee op te pakken nadat de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) de tip had doorgespeeld wat de twee van plan waren. Meerdere fundamentalistische moslimjongeren zouden volgens de AIVD voorbereidingen hebben getroffen voor aanslagen op politici, waarbij vooral Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders doelwit zouden moeten worden.[103] In dezelfde maand richtte Wilders de Stichting Groep Wilders op en begon hij met een inzameling voor die nog op te richten partij, waarover hij beloofde in 2005 meer bekend te zullen maken.[104][105][106][107] Eind november 2004 stond Wilders in de peilingen voor de Tweede Kamer op een zeteltal van circa dertien, wat vooral ten koste ging van de VVD die op dat moment slechts op zo'n 22 zetels uitkwam. In december 2004 liet Wilders weten zich niet veilig te voelen in de Tweede Kamer. Zijn zetel, op de laatste rij recht onder de balustrade van de publieke tribune, achtte hij te gemakkelijk bereikbaar voor kwaadwillenden. In de Kamer werd het aanbrengen van kogelvrij glas tussen de publieke tribune en de vergaderzaal geopperd, om zo de veiligheid van parlementariërs te garanderen.[108][109][110] Hij kreeg hierop een andere plek toegewezen, verder naar voren.[111][112][113] In maart 2005 maakte Wilders in een "onafhankelijkheidsverklaring" van 19 pagina's bekend wat zoal de programmapunten van zijn partij zouden zijn bij volgende verkiezingen. Daarbij somde hij een reeks rechtse standpunten op, waaromtrent hij zelf stelde dat ze niet nationalistisch waren, maar "patriottisch".[114] In de commentaren werd vooral gewezen op de overeenkomsten met de standpunten van Pim Fortuyn en de LPF.[115][116] Met zijn programma wilde Wilders aantonen dat de partij die hij bezig was op te richten, "geen anti-islampartij" zou zijn. Hij had het stuk in de ik-vorm geschreven en het gegoten in de vorm van een onafhankelijkheidsverklaring, die hij vergeleek met de Acte van verlating uit 1581. Wilders verklaarde zich "onafhankelijk van de elite". Het land zou opnieuw worden geregeerd door een politieke elite van "incompetente" en "laffe en bange mensen" die het land zouden hebben "geschaakt" en die "onvoldoende opkomt voor het behoud van onze democratische rechtsstaat, onze veiligheid, onze welvaart en onze onafhankelijkheid".[117] In de opiniepeilingen bleef Wilders' nog niet bestaande partij stijgen. Jan Nagel (oprichter van Leefbaar Nederland) adviseerde Wilders hierop om een "heel streng selectiebeleid" te voeren bij het vormen van een kandidatenlijst. Peter Langendam (voormalig LPF-voorzitter) vreesde dat weinig Nederlanders bereid zouden zijn om zich aan te sluiten bij een politicus die zwaar beveiligd wordt.[118] Eind maart 2005 begon Wilders met een dagbladadvertentie met de werving van kandidaten voor de volgende verkiezingen[119] en in april 2005 publiceerde hij zijn boek Kies voor vrijheid. Hoewel het boek was uitgevoerd in geel en blauw, de kleuren van de LPF, schreef hij dat hij wilde voorkomen een 'LPF 2' te worden.[120] Later zou hij dan ook niet ingaan op hints door een overstap naar de LPF deze zieltogende partij nieuw leven in te blazen.[121] In mei 2005 begon Wilders met zijn eigen politieke campagne gericht tegen de Europese Grondwet.[122] In februari 2006 publiceerde Wilders cartoons over de islamitische profeet Mohammed uit de Deense krant Jyllands-Posten op zijn website, nadat deze opschudding hadden veroorzaakt onder moslims in verschillende landen. Dit leverde hem bedreigingen op. De belagers bedreigden volgens de berichten niet alleen Wilders zelf, maar ook "zijn naasten". Zeker twee van zijn bedreigers bleken op de hoogte te zijn van een voormalig woonadres van hem. De haatpost zou zelfs uit Marokko komen, volgens de krant het AD, dat mails had ingezien. De meeste dreigmails leken afkomstig van moslims die zich door hem beledigd voelden. Ook enkele "autochtonen" zouden hem doodsbedreigingen hebben gezonden. Wilders plaatste naar eigen zeggen de cartoons om "op te komen voor de vrijheid van meningsuiting en de Denen een hart onder de riem te steken" in de cartoonaffaire.[123][124][125][126][127][128] Later die maand maakte Wilders bekend dat de Groep Wilders de naam voor een overgangsperiode zou veranderen in Groep Wilders/ Partij voor de Vrijheid en uiteindelijk, na de Tweede Kamerverkiezingen van 2006, enkel nog Partij voor de Vrijheid zou gaan heten.[129] In maart 2006 werd het verkiezingsprogramma bekendgemaakt, getiteld Klare wijn. Onder de nieuwe naam Partij voor de Vrijheid nam de partij van Wilders deel aan de Tweede Kamerverkiezingen 2006. De partij haalde negen zetels, fors meer dan de meeste opiniepeilingen vooraf hadden ingeschat. Begin 2007 diende Wilders een motie van wantrouwen in tegen de staatssecretarissen Nebahat Albayrak en Ahmed Aboutaleb vanwege hun dubbele nationaliteit.[130] D66-leider Pechtold zei daarop op 21 maart 2007 in de Volkskrant dat Wilders duidelijkheid moest scheppen omtrent het feit of zijn vrouw haar Hongaarse nationaliteit nog had.[131] Wilders zei dat familieleden van politici geen onderwerp van discussie horen te zijn, tenzij er tevens sprake zou zijn van een functionele relatie. Hij voegde hieraan toe dat wat hem betreft afschaffing van de dubbele nationaliteit voor iedereen zou gelden.[132] In december 2007 maakte voorzitter van de HBO-raad en oud-vakbondsvoorzitter Doekle Terpstra zijn plannen bekend om een tegenbeweging op te richten om Wilders' ideeën over onder andere allochtonen te stoppen. Terpstra noemde Wilders eerder "het kwaad dat gestopt moet worden".[133] Het initiatief werd "Nederland benoemt en bouwt" genoemd en kreeg vorm toen op 2 januari 2008 op de voorpagina van Trouw een paginabrede oproep werd geplaatst namens Terpstra en enkele tientallen medestanders, om "problemen in de samenleving te benoemen, aan te pakken en op te lossen, zodat burgers zich met elkaar verbinden".[134] Wilders, die niet met name werd genoemd in de advertentie, noemde het initiatief 'walgelijk' en omschreef de ondertekenaars als "onnozele en naïeve dwazen" en als "dhimmi's".[135] Een jaar later bood Terpstra zijn excuses aan omdat hij Wilders als "het kwaad" bestempeld had.[136] In november 2007 maakte Wilders via De Telegraaf bekend te werken aan een film over de Koran. Op 9 februari 2008 maakte Wilders de naam van de film bekend: Fitna, dat staat voor "beproeving" en "het kwaad" in het Arabisch.[137] Nog voordat de film uitkwam veroorzaakte deze veel opschudding; onder andere de ministers Ernst Hirsch Ballin (Justitie), Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) en Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken) wezen Wilders op de gevolgen die de film volgens hen zou kunnen hebben.[138] Zowel in binnen- als buitenland maakt men zich zorgen dat de inhoud van de film kwetsend voor moslims zou kunnen zijn, en risicovolle reacties zou kunnen oproepen op het gebied van openbare orde, veiligheid en economie. Het kabinet bereidde zich voor op de mogelijke gevolgen die uitzending van de film zou kunnen hebben in het binnen- en buitenland.[139] Wilders gaf in een reactie op 22 januari 2008 in Nova hierop aan dit "te zot" en "onbegrijpelijk" te vinden, omdat nog niemand de inhoud van de film kende.[140] In januari 2008 werden GroenLinks-Tweede Kamerlid Tofik Dibi en zeven activisten van de Internationale Socialisten (IS) gearresteerd nadat zij op de Dam in Amsterdam demonstreerden tegen Wilders waarbij zij posters verspreidden waarop Wilders werd afgebeeld met de bijgaande tekst "Extremist - brengt u en de samenleving ernstige schade toe".[141] Wilders vond dat de politie hen niet had mogen oppakken, wel verklaarde hij de IS "een abjecte club" te vinden en merkte hij op dat dit soort uitlatingen een sfeer kon creëren die tot geweld tegen hem kon leiden.[142] Fitna verscheen op 27 maart 2008 op Liveleak, maar werd kort daarna verwijderd na bedreigingen richting medewerkers van Liveleak. De film was toen al verspreid naar onder meer YouTube, RapidShare en The Pirate Bay. Na de vertoning van Fitna ging Wilders op 1 april een debat met de Tweede Kamer aan. Behalve zijn eigen fractie hadden alle fracties forse kritiek op Wilders. Ook de ministers Balkenende, Hirsch Ballin en Ter Horst zaten tijdens het debat in het regeringsbankje. Volgens deze ministers had Wilders reeds in november 2007 de hoofdlijnen van zijn film aan hen kenbaar gemaakt, waarbij hij ook gezegd zou hebben aan het eind van de film bladzijden uit de Koran te laten verscheuren en te verbranden. Wilders noemde deze opmerkingen van de drie ministers "klinkklare onzin"[143] en kondigde aan het vertrouwen in het kabinet-Balkenende op te zeggen. De aantekeningen bleken gebaseerd te zijn op andere bronnen dan het gesprek van 7 november 2007. Op 23 juli 2008 kwam Elsevier naar buiten met de informatie dat drie PVV-Kamerleden begin maart in het geheim naar Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) Tjibbe Joustra waren gestapt met het verzoek om bescherming uit angst voor de reacties op de film. Om het verzoek kracht bij te zetten, verstrekten zij - en dus niet Wilders - informatie over de inhoud van Fitna.[144] De Volkskrant meent daarentegen, op basis van een analyse van het Tweede Kamerdebat, dat mogelijk niet de regering maar Wilders loog in de kwestie rond de inhoud van Fitna.[145] Wilders ging niet in op het voorstel van Femke Halsema (GroenLinks) een parlementair onderzoek in te stellen. Nadat op 30 juni 2008 het Openbaar Ministerie (OM) in Amsterdam oordeelde dat Wilders niet vervolgd zou worden wegens discriminatie, kondigde hij een dag later, op 1 juli, aan te overwegen een tweede Koranfilm uit te brengen.[146] Tegen de beslissing van het Openbaar Ministerie om niet tot vervolging over te gaan werd door acht klagende partijen een Artikel 12 Sv-procedure begonnen. De uitkomst van deze procedure was dat op 21 januari 2009 het gerechtshof van Amsterdam aan het Openbaar Ministerie beval om Wilders te vervolgen[147] wegens het aanzetten tot haat en discriminatie tegen moslims en hun geloof.[148] Volgens Wilders was dit een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting.[149] Wilders kondigde aan tegen de beslissing van het Gerechtshof Amsterdam in beroep te gaan bij de Hoge Raad,[150][151][152][153][154] waarop het Openbaar Ministerie in Amsterdam direct liet weten het onderzoek voor de vervolging niet te zullen opschorten.[155][156] Op 20 mei 2009 werd bekend dat het Openbaar Ministerie verder zou gaan met de in januari 2009 aangekondigde vervolging. Mr. J.W. Fokkens, de procureur-generaal bij de Hoge Raad wees het verzoek om de vervolging te staken af. Wilders legde op 20 januari 2010 bij de rechtbank in Amsterdam verantwoording af over zijn islamuitspraken tijdens de zogeheten regiezitting.[157] In oktober 2010 begon het proces. Wilders maakte gebruik van zijn zwijgrecht en werd verdedigd door advocaat Bram Moszkowicz, die tijdens het proces tweemaal een aanvraag tot wraking indiende tegen de rechtbank. De tweede maal, op 22 oktober 2010, werd het wrakingsverzoek toegewezen omdat de schijn van partijdigheid was gewekt. De rechtbank weigerde toen om arabist en getuige-deskundige Hans Jansen, die in de zaal aanwezig was, te verhoren. Aanleiding voor dit verhoor was dat een van de rechters van het Amsterdamse Gerechtshof die had bevolen het proces tegen Geert Wilders te starten, Tom Schalken, zou hebben gepoogd de arabist te beïnvloeden tijdens een etentje bij Bertus Hendriks.[158][159] In februari 2011 werd het proces hervat met nieuwe rechters, waarna in mei bekend werd dat het OM opnieuw vrijspraak eiste voor Wilders.[160] Er werd geoordeeld dat Wilders zich niet schuldig had gemaakt aan het beledigen van moslims en het aanzetten tot haat en discriminatie, omdat hij zich slechts had uitgelaten over de islam en niet over de belijders van deze religie. Op 23 juni spraken de rechters hem daarom vrij van alle aanklachten.[161] De advocaat Gerard Spong verzocht hierop de procureur-generaal bij de Hoge Raad, namens een aantal cliënten, om een vordering tot cassatie in het belang der wet in te stellen, maar dit verzoek werd afgewezen.[162]In februari 2009 werd Geert Wilders uitgenodigd door Lord Pearson – lid van het Britse Hogerhuis namens UKIP – om de vertoning van zijn film Fitna bij te wonen. Wilders ontving voor zijn vertrek echter een brief van de Britse ambassade, met de mededeling dat hij het Verenigd Koninkrijk niet in mocht.[163] Wilders besloot toch naar Londen te reizen en vloog in gezelschap van zo'n 50 verslaggevers naar de Londense luchthaven Heathrow. Bij aankomst werd hij tegengehouden door de Britse immigratiedienst, die hem na een korte detentie met het eerstvolgende vliegtuig terug naar Nederland stuurde. Volgens de Britse autoriteiten vormde de aanwezigheid van Wilders een mogelijk gevaar voor de openbare orde en veiligheid.[164] De Nederlandse regering en sommige politici reageerden met afkeuring op de beslissing van de Britse regering.[165] In het Verenigd Koninkrijk waren de meningen verdeeld. Er kwam vanuit verschillende hoeken afkeuring op grond van de vrijheid van meningsuiting, maar er waren ook berichten waarin de Britse regering juist werd bijgestaan.[166][167] Het Verenigd Koninkrijk ontzegde Wilders de toegang op basis van een wet uit 2001, die was uitgevaardigd om het weren van terroristen en andere extremisten mogelijk te maken. De Britse regering hield vast aan haar beslissing en zei tegen alle vormen van extremisme op te treden.[168] Een volgende poging van Wilders om het land binnen te komen zou in beschouwing worden genomen, aldus een woordvoerster van het ministerie.[169][170] Wilders maakte bekend later opnieuw te zullen proberen Engeland binnen te komen en kondigde ook een bezoek aan Denemarken aan, om aldaar een conferentie bij te wonen over vrijheid van meningsuiting en radicalisering, waarop daar toen ook stemmen werden gehoord die ervoor pleitten hem de toegang te weigeren. Onder meer had de Deense premier Lars Løkke Rasmussen zich tijdens een persconferentie aldus uitgelaten, hoewel Wilders zou zijn uitgenodigd door leden van zijn eigen liberale partij. Door alle ophef werd de conferentie verplaatst naar het najaar van 2009. Wilders liet in een reactie weten, zonder daarbij in details te treden, dat hij 'hoe dan ook' binnenkort naar Denemarken zou gaan om er een toespraak te zullen houden over de islam en de vrijheid van meningsuiting.[171][172] Op 9 juli 2009 diende in Londen zijn beroep tegen de eerdere weigering van de Britse autoriteiten hem toe te laten, in februari 2009.[173] Het Britse Hof van Beroep oordeelde in oktober dat Wilders ten onrechte de toegang tot het land was ontzegd.[174][175] Op 15 juni 2009 stelde Wilders – nadat zijn partij bij de Europese Parlementsverkiezingen 2009 de op een na grootste Nederlandse partij was geworden[176] – op de Deense televisiezender DR2 dat alle moslims (volgens hem miljoenen of tientallen miljoenen) die criminaliteit pleegden of erover dachten de Sharia in te voeren Europa moesten worden uitgezet.[177] Eberhard van der Laan, de Nederlandse minister voor Wonen, Wijken en Integratie, verklaarde in een reactie dat Wilders "onzin uitkraamt", en voegde eraan toe dat er in Europa slechts 20 miljoen moslims woonden.[178] Achteraf bleek dat Van der Laan en Wilders de term "Europa" beiden verschillend interpreteerden: Wilders was uitgegaan van het gehele continent Europa, terwijl minister van der Laan doelde op de aantallen binnen de Europese Unie. Op 10 oktober 2009 verklaarde Wilders zich bereid tot een gesprek met FNV-leider Agnes Jongerius om te bezien of zij samen zich konden verzetten tegen de kabinetsplannen met betrekking tot de AOW-plannen.[179] Dit werd echter door de FNV afgewezen. Na de Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 2010 maakte Wilders op 8 maart, toen bleek dat hij 13.000 voorkeurstemmen had gekregen, bekend dat hij zitting zou nemen in de Haagse gemeenteraad ondanks eerdere toezeggingen dat hij dit niet zou doen. Op 1 juli 2010 verliet hij de Haagse gemeenteraad in verband met zijn werkzaamheden in de Tweede Kamer. In mei was Gabriëlle Popken aangesteld als de parlementaire medewerkster van Wilders. In maart 2010 zei Wilders zijn komst af naar de wereldwijde première in Los Angeles van een film die over hem was gemaakt (Islam Rising: Geert Wilders' Warning to the West), nadat hij erachter was gekomen dat de producent, Christian Action Network, een homofobe organisatie was die onder andere in de jaren negentig beledigende uitspraken had gedaan over homoseksuelen.[180][181] Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2010 steeg de PVV van 9 naar 24 zetels. Tijdens de daaropvolgende kabinetsformatie schoof Wilders ten tijde van de sterke politieke versplintering de mogelijkheid naar voren van een centrumrechts minderheidskabinet (VVD en CDA), waarbij zijn partij gedoogsteun zou verlenen, mits een aantal PVV-standpunten zouden worden opgenomen. Deze gedoogconstructie zou uiteindelijk werkelijkheid worden. Begin september sprak Wilders op Ground Zero in New York om er tijdens een demonstratie van de beweging Stop Islamization Of America te ageren tegen de bouw van een islamitisch centrum in de buurt ervan. Van tevoren werd gevreesd voor radicale uitspraken die zouden kunnen leiden tot reputatieschade voor Nederland in het buitenland en daarmee tot problemen bij de kabinetsformatie, maar Wilders hield een relatief gematigde toespraak, waarna het formatieproces voort werd gezet. In september 2010 werd bekend dat Wilders de Vlaming Paul Belien, de man van Vlaams Belang-Kamerlid Alexandra Colen, als persoonlijk adviseur had aangesteld. Over het feit dat de militante katholiek Belien bekendstaat als tegenstander van homorechten, verklaarde Wilders daarop dat zijn standpunten niet overeenkomen met die van de partij.[bron?] In juli 2011 nam Wilders in het openbaar en met veel nadruk afstand van de hoofdverdachte van de aanslagen in Noorwegen, Anders Breivik, die zich kort daarvoor een groot bewonderaar van de PVV en Wilders had verklaard.[182] In mei 2012 spande Wilders een kort geding aan tegen de Nederlandse staat om het permanente noodfonds voor de euro (ESM) van tafel te krijgen. Wilders noemde het onrechtmatig wanneer een demissionair kabinet bevoegdheden aan Brussel zou overdragen zonder dat de Nederlandse kiezer zich hierover kon uitspreken. Hij eiste dat een besluit over het ESM pas na de verkiezingen zou worden genomen. In een eerdere hoofdelijke stemming in de Tweede Kamer kreeg de PVV steun van 41 Kamerleden, een "substantiële minderheid" volgens Wilders, voor dit plan.[183] Begin juli ontstond er leegloop bij zijn PVV. Nadat eerder Hero Brinkman al afhaakte en op eigen benen was gaan staan, stapten ook de ex-fractieleden Marcial Hernandez en Wim Kortenoeven uit onvrede over de gang van zaken binnen de PVV op.[184] In februari 2013 bracht Wilders, op uitnodiging van Q Society, een bezoek aan Australië om daar enkele lezingen te houden over "islam, het Westen en vrijheid van meningsuiting". Hij had dit al voor het najaar van 2012 gepland, maar moeten uitstellen omdat hij geen visum kreeg.[185] Wilders hield een toespraak in Sydney en een in Melbourne, die werd voorafgegaan door een valse bommelding. Een geplande derde toespraak in Perth moest worden afgelast omdat Wilders hiervoor geen zaal kon vinden. Wilders' komst naar Australië leidde tot diverse demonstraties en de Australische politici weigerden hem te ontmoeten.[186] Veel ophef veroorzaakte Wilders in maart 2014 door de gebeurtenissen tijdens de uitslagenavond van de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 op 19 maart 2014, waarbij de PVV meedeed in de gemeenten Den Haag en Almere. In een café vol PVV-aanhangers sprak hij de aanwezigen toe, waarbij hij vroeg of ze "meer of minder Marokkanen" wilden. Het publiek scandeerde "minder, minder", waarop Wilders antwoordde: "dan gaan we dat regelen".[187] Na de Europese verkiezingen sprak Wilders op 30 mei 2014 zijn ambitie uit om plaats te nemen in het Europees Parlement. Hiervoor wilde hij zijn zetel in de Tweede Kamer niet opgeven, alhoewel een dergelijk dubbelmandaat wettelijk is verboden.[188] Uiteindelijk nam hij nooit plaats in het Europees Parlement. Tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 voerde Wilders met de PVV de peilingen aan door zich hard uit te spreken tegen azc's en opvang van vluchtelingen in Nederland. Hij pleitte ervoor om de Nederlandse grenzen te sluiten en vluchtelingen in hun eigen regio op te vangen. Ook ging Wilders het land in om te flyeren en actie te voeren tegen azc's. Wilders was op uitnodiging van staatssenator van Tennessee, Bill Ketron, in juli 2016 aanwezig bij de Republikeinse Partijconventie 2016 in Cleveland, Ohio waar Donald Trump werd gekozen als de presidentskandidaat van de Republikeinse Partij, met de gouverneur Mike Pence als running-mate. Zo gaf hij een speech op een feestje voor homoseksuele Republikeinen ("LBGTrump").[189] Naar aanleiding van de uitspraken van Wilders in Den Haag in maart 2014 werd door veel personen aangifte gedaan. Het Openbaar Ministerie besloot in december 2014 om Wilders vanwege zijn "Minder Marokkanen"-uitspraak opnieuw te vervolgen.[190] Het OM koos voor een brede aanklacht, omdat Wilders een groep mensen zou hebben beledigd en zou hebben aangezet tot haat en discriminatie. De aanklacht bestond uit vier verschillende juridische varianten: medeplegen, plegen, uitlokking en doen plegen.[191] Wilders werd bijgestaan door advocaat Geert-Jan Knoops. Op 9 december 2016 veroordeelde de rechtbank Den Haag Wilders wegens groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie. Hij werd vrijgesproken van aanzetten tot haat. De rechtbank legde geen straf of maatregel op.[192] Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 voerde Wilders opnieuw de PVV-lijst aan. In augustus 2016 presenteerde Wilders het partijprogramma, door hemzelf aangeduid als "het A4'tje". Door de opkomst van het rechts-populisme in Europa en Amerika, en doordat Wilders al geruime tijd hoog scoorde in de peilingen, kregen de verkiezingen van 2017 internationaal veel aandacht. Door de verkiezingswinst van Donald Trump een paar maanden eerder, vroegen buitenlandse media zich af of het "Trump-effect" naar Nederland zou overslaan en Wilders, aangeduid als de "Nederlandse Trump", premier zou worden. Uiteindelijk kwam de VVD onder leiding van Mark Rutte toch voor de derde keer als winnaar uit de bus, en eindigde de PVV met 20 zetels op de tweede plek. Wel kreeg de PVV 5 zetels winst ten opzichte van 2012. Tijdens de kabinetsformatie sloten bijna alle partijen samenwerking met de PVV en Wilders uit. Wilders was hier woedend over. In oktober 2017 wilde Wilders met zijn Vlaamse geestverwant Filip Dewinter van het Vlaams Belang, een bezoek brengen aan de Brusselse gemeente Sint-Jans-Molenbeek, die de reputatie heeft een broedplaats te zijn voor islamterroristen. Wilders en Dewinter wilden er naar eigen zeggen op "islamsafari". Het bezoek van de twee politici zorgde voor veel commotie en ging uiteindelijk niet door, omdat de komst van het duo volgens de Molenbeekse burgemeester de openbare orde in gevaar kon brengen. Wilders deed in november 2017 aangifte tegen premier Rutte wegens discriminatie. Volgens Wilders zou de Rutte "de gewone Nederlander" discrimineren door asielzoekers voor te trekken. De zaak werd volgens de PVV-leider door 36.000 mensen ondersteund. In februari 2018 werd de aangifte door het Openbaar Ministerie geseponeerd. Herhaaldelijk kondigde Wilders aan een cartoonwedstrijd te willen organiseren over de islamitische profeet Mohammed omwille van de vrijheid van meningsuiting. Tegenstanders zagen zulke wedstrijden echter als provocatie. De eerste aankondiging van een dergelijke wedstrijd, in juni 2018, leidde tot grote demonstraties in Pakistan. Demonstranten eisten dat de regering alle banden met Nederland zou verbreken. Het protest was zo fel dat het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken een handelsmissie naar Pakistan uitstelde. Daarnaast leverde de wedstrijd Wilders ook veel (doods)bedreigingen op; op station Den Haag Centraal werd een Pakistaan opgepakt die dreigde met een aanslag op Wilders. In augustus 2018 blies Wilders het idee af, naar eigen zeggen "om het risico op slachtoffers van islamitisch geweld te vermijden". In december 2019 kondigde Wilders opnieuw een cartoonwedstrijd aan over Mohammed. Na een paar uur trok hij dat idee alweer in, volgens de politicus zelf omdat zijn "missie geslaagd" is. Hij wilde namelijk aandacht voor de doodsbedreigingen die een Pakistaanse prediker tegen hem heeft geuit, en voor het feit dat Pakistan weigert om de prediker die hem bedreigde te vervolgen.[193][194] In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 was migratie een van de dominante thema's. Tijdens de verkiezingscampagne sloot met name Dilan Yeşilgöz, politiek leider van de VVD, de mogelijkheid niet uit om een coalitie te vormen met de PVV.[195] Wilders mat zich meteen een gematigder profiel aan en schortte onder meer zijn plannen om moskeeën in Nederland te verbieden voorlopig op.[196] Op 22 november 2023 werd de PVV met 37 zetels de grootste partij. Hoewel de PVV in de peilingen in de week voorafgaand aan de verkiezingen steeg, had geen enkel peilingbureau deze uitslag voorspeld.[197] Na het vertrek van Kees van der Staaij op 5 december 2023 werd Geert Wilders de nestor van de Tweede Kamer. Tijdens de kabinetsformatie van 2023-'24 werd een coalitie van PVV met VVD, NSC en BBB verkend. De vier partijen bereikten op 15 mei 2024 een onderhandelaarsakkoord, waar de vier fracties 's avonds laat nog mee instemden.[198] Wilders zocht vervolgens bewindslieden aan in zijn netwerk en vroeg ook fractiegenoten om bewindspersoon te worden namens de PVV. Een aantal van hen kreeg kritiek vanwege omstreden uitspraken die zij in het verleden hadden gedaan, wat later uitmondde in een mislukte motie van wantrouwen tegen twee van hen.[199] Het kabinet-Schoof werd op 2 juli 2024 beëdigd door koning Willem-Alexander. Namens de PVV traden Fleur Agema, Marjolein Faber, Dirk Beljaarts, Barry Madlener, Reinette Klever toe tot het kabinet als ministers, en Zsolt Szabó, Vicky Maeijer, Ingrid Coenradie en Chris Jansen als staatssecretarissen. De politieke opvattingen en de handelwijze van Wilders worden niet éénduidig opgevat: hij is onder andere tot het populisme, het rechts-extremisme en het fascisme gerekend.[200][201] Zelf heeft Wilders de PVV omschreven als 'sociaal-rechts'.[202] Wilders staat bekend als een felle criticus van de islam en van immigratie. Hij omschrijft de islam als een "fascistische ideologie" en pleit in toespraken en in partijprogramma's van de PVV voor het verbieden van de Koran en van moskeeën. Wilders wil daarnaast immigratie uit hoofdzakelijk islamitische landen geheel stoppen en het stemrecht van Nederlanders met een dubbele nationaliteit afnemen. In verkiezingsprogramma's verwijst Wilders doorgaans naar "de voortdurende asieltsunami" of woorden van gelijke strekking.[204] In zijn partijprogramma voor de verkiezingen van het Europese parlement in 2024 wordt echter niet verwezen naar de islam, wel vindt Wilders dat Nederland op asielgebied uitgezonderd moet worden van Europese regelgeving.[7] Wilders verklaarde in 2008 tijdens een interview dat hij geen moslims haatte, maar wel de islam.[205] Deze godsdienst is door hem bestempeld als "Het Kwaad",[206] een "gewelddadige religie"[207] en een "intolerante en fascistische ideologie".[208] Al tijdens zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer voor de VVD noemde Wilders herhaaldelijk de islam in Nederland als probleempunt, destijds samen met VVD-lijsttrekker Zalm. Het kabinet zou volgens Wilders een onderzoek moeten instellen naar de financiering van moslimorganisaties in Nederland. De Tweede Kamer nam een motie aan om geldstromen vanuit het buitenland naar "ultraorthodoxe organisaties" te verbieden. De uitvoering van die motie zou dan moeten leiden tot sluiting van "radicale moskeeën" of de aanstelling van een meer liberaal moskeebestuur.[209] Ook islamitische scholen werden zijn doelwit. Samen met fractiegenote Ayaan Hirsi Ali bepleitte hij in april 2003 de sluiting van de omstreden El Tawheed-moskee in het Amsterdamse stadsdeel Oud-West en de daaraan gelieerde islamitische basisschool As Siddieq in De Baarsjes. Zij hadden geen vertrouwen in het onderzoek van de gemeente Amsterdam dat gaande was naar As Siddieq. In deze moskee zou een streng-fundamentalistische versie van de islam worden gepredikt.[210][211] In maart 2006 verklaarde Wilders dat hij artikel 1 van de Grondwet (het non-discriminatiebeginsel) te willen afschaffen, de grenzen te willen sluiten voor zeker vijf jaar voor niet-westerse immigranten. Ook bepleitte hij een verbod op nieuwe islamitische scholen en moskeeën voor eveneens vijf jaar. Verder wilde hij een preekverbod voor buitenlandse imams en een verbod op het preken in een andere dan de Nederlandse taal.[212] Begin 2007 haalde Wilders opnieuw de krantenkoppen, nadat hij had geopperd dat moslims de helft uit de Koran moesten scheuren als ze in Nederland wilden blijven. Er stonden immers "genoeg verschrikkelijke dingen" in de Koran, aldus Wilders. Op 8 augustus 2007 pleitte Wilders in een ingezonden brief in de Volkskrant voor een verbod op de Koran.[203] Hij noemde het een fascistisch boek en "het islamitische Mein Kampf". Volgens Wilders zou de Koran verboden moeten worden, omdat het boek zou aanzetten tot geweld tegen joden en niet-moslims. Verder sprak hij van "de islamitische invasie", wilde hij "geen moslimimmigrant er meer bij" en zou de politiek "meewerken aan de transformatie van Nederland in Nederabië als provincie van de islamitische superstaat Eurabia". Ongeveer een maand later, op 6 september 2007, noemde Wilders de toenmalige minister Ella Vogelaar (Wonen, Wijken en Integratie) tijdens een debat over wereldwijd islamitisch activisme in de Tweede Kamer "knettergek". Die kwalificatie bezigde hij naar aanleiding van een interview met de bewindsvrouw enkele maanden eerder, waarin zij had gezegd het voorstelbaar te achten dat er over een paar eeuwen gesproken zou worden van de joods-christelijke-islamitische tradities van Nederland.[213][214] Op 15 januari 2010 gaf André Rouvoet, minister van Jeugd en Gezin, hierop een waarschuwende reactie waarin hij stelde dat politici als Wilders de joods-christelijke cultuur gebruiken om zich te keren tegen de islam.[215] In augustus 2009 noemde Wilders in Kamervragen de profeet Mohammed een "zieke pedofiel" en vergeleek hem met een varken. Deze vergelijking maakte hij naar aanleiding van het feit dat de autoriteiten in Saoedi-Arabië een 10-jarige bruid terugstuurden naar haar 80-jarige man, in vragen over de gevluchte bruid aan minister van Buitenlandse Zaken Verhagen. Tegenover het weekblad Elsevier zou hij zich op dergelijke wijze hebben geuit.[216][217][218][219] Op 16 september 2009, bij de algemene politieke beschouwingen, pleitte Wilders er in de Tweede Kamer voor dat voor het dragen van een hoofddoek vanuit het islamitische geloof een vergunning verplicht zou worden gesteld die € 1000 per jaar zou kosten, ter ontmoediging. Voor deze voorgestelde maatregel gebruikte hij de zelfbedachte term "kopvoddentaks", die hierna veel bekendheid heeft gekregen. Desgevraagd verzekerde hij de Kamer dat dit een serieus voorstel was.[220] Hij kreeg echter geen steun van andere partijen en heeft uiteindelijk ook nooit een initiatiefwet hiervoor ingediend.[221] In samenwerking met het Christian Action Network (CAN) heeft PRB Films de documentaire Islam Rising: Geert Wilders' Warning to the West gemaakt, die in 2010 is uitgekomen. Vanwege homofobe uitspraken die aan een van de producenten van het CAN worden toegeschreven, weigerde Wilders de première van de documentaire te bezoeken. Hierop werd de speciale première in het geheel afgeblazen. Pamela Geller en Robert Spencer van het Freedom Defense Initiative verklaarden dat zij geen verkeerde indruk wilden wekken over hun agenda of die van Geert Wilders: "Het Freedom Defense Initiative staat, net als Geert Wilders, voor de mensenrechten van iedereen, ongeacht religie, huidskleur of seksualiteit in de strijd tegen de mondiale jihad die dagelijks tracht om discriminerende beperkingen gebaseerd op de Sharia op te leggen aan vrije mensen".[222] Hoewel Geert Wilders voor zo weinig mogelijk moskeeën is, heeft hij zich in oktober 2010 op Twitter wel uitgesproken tegen het geweld tegen moskeeën.[223] In een interview met de NOS eind 2012 verklaarde Wilders de strijd tegen de islam tot zijn dood vol te willen houden.[224] In een interview met diezelfde omroep op 22 februari 2016 met Michiel Breedveld, terugkijkend op tien jaar PVV, verklaarde Wilders dat hij al voor de opkomst van ISIS en Al-Nusra had aangegeven waartoe de islam volgens hem toe kan leiden in Europa.[225] Wilders heeft van zijn zeventiende tot zijn negentiende in Israël gewoond. Gedurende vijfentwintig jaar heeft hij naar eigen zeggen dit land zo'n veertig maal bezocht,[226][227] waarbij hij o.a. Ariel Sharon en Ehud Olmert ontmoet heeft. Wilders heeft Sharon, samen met de Britse oud-premier Margaret Thatcher (Iron Lady), tevens als een van zijn voorbeelden genoemd.[12] Oorspronkelijk wilde Wilders verhuizen naar de Joodse staat, omdat hij vond dat je daar nog 'kon werken voor je geld'.[12] Wilders werkte aldaar in broodfabrieken en een mosjav,[228] om met zijn verdiende geld rond te reizen in Israël en omliggende landen. In een verkiezingstoespraak in Tel Aviv in 2003 verklaarde hij zich speciaal verbonden te voelen met Israël.[12] Hij voelde zich, naar eigen zeggen, in dit land onmiddellijk thuis; tegenover Der Spiegel sprak Wilders ook over de "mogelijk" joodse achtergrond van zijn voorouders.[13] In juni 2009 zei Wilders in gesprek met de Israëlische krant Haaretz dat Israël de "voorhoede" van het Westen is en in die hoedanigheid de eerste verdedigingsgordel van Europa tegen de "oprukkende islamiseringsgolf". Hij voegde hieraan toe dat Europa dit niet besefte en de EU "eenzijdig tegen Israël" bleef. Ook verklaarde hij "geschokt" te zijn over uitspraken van Barack Obama in Caïro waarin toenadering van het Westen tot het Oosten werd voorgestaan, en zich zorgen te maken over de afbrokkelende steun aan Israël. Hij liet zich daarnaast uit over de tweestatenoplossing en de Israëlische minister Avigdor Lieberman van Jisrael Beeténoe.[229] Daarbij verwees hij naar Winston Churchills plan uit de jaren 20. Op 11 november 2009 voerde Wilders met Lieberman overleg om de banden tussen beide partijen te verstevigen.[230] Wilders verklaarde op 8 mei 2008 – naar aanleiding van nieuwe mediaberichten over vrede tussen Israël en de Palestijnen – geheel achter de opvattingen van het revisionistisch zionisme te staan.[231] Naast sympathisant van Ze'ev Jabotinski, grondlegger van het revisionistisch zionisme, en tegenstander van het gedeeltelijk teruggeven van land aan de Palestijnen voor een onafhankelijke staat Palestina, verklaarde Wilders nogmaals, dat de westerse vrije volken "diepe dankbaarheid" tegenover Israël zouden moeten tonen.[232] Op 23 oktober 2010 gaf Wilders via Twitter zijn mening over de toekomst van de door Israël betwiste gebieden, die in de toekomst een Palestijnse staat zouden vormen. Hij noemde Jordanië "de enige Palestijnse staat die er ooit zal komen".[233] Aanleiding voor Wilders uitlatingen was de opmerking van Richard Falk, VN-vertegenwoordiger voor de mensenrechten in de Palestijnse gebieden, die zei somber te zijn gestemd over de mogelijkheid van de vorming van een Palestijnse staat, juist vanwege de vele Joodse nederzettingen in het betwiste gebied.[234] In 2024 leidde dit standpunt van Wilders tot een diplomatieke rel, waarbij het Jordaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken de Nederlandse ambassadeur op het matje heeft geroepen.[235] Medio jaren negentig van de twintigste eeuw brak Wilders als beleidsmedewerker voor de VVD een lans voor de positie van Hongaren in Oost-Europese landen als Roemenië, Slowakije, Servië en Oekraïne. Volgens Wilders cs. werden etnische Hongaren in die landen onderdrukt.[236][237] De VVD nam in oktober 1996 afstand van de Hongarije-werkgroep waar Wilders lid van was, na vragen van diplomaten uit Slowakije.[238] Bij een bezoek aan de Doema in Moskou in februari 2018 pleitte hij voor herstel van de vriendschapsbanden met Rusland.[239] In september 2023 sprak Wilders zich uit tegen sancties tegen Rusland.[240] De visie van Wilders en de PVV, zoals gepubliceerd in het verkiezingsprogramma voor de verkiezingen van 2006, omvat verder onder meer een belastingverlaging van 16 miljard voor burgers en ondernemers en het afschaffen van het vmbo, de Eerste Kamer en het Europees Parlement en het gedoogbeleid.[241] Eind 2007 uitte Wilders zijn ergernis over de kersttoespraak van koningin Beatrix, omdat die volgens hem tegen de PVV zou zijn gericht.[242] Hij opperde dat koningin Beatrix geen deel meer mocht uitmaken van de regering en nog uitsluitend ceremoniële taken zou moeten vervullen.[243] Vanaf 2008 begon Wilders ook op het vlak van sociaal-economisch beleid uitgesproken standpunten in te nemen. In september 2009 sprak hij zich expliciet uit tegen de door het kabinet-Balkenende IV geplande verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar, tegen de verlaging van de werkloosheidsuitkeringen, tegen verlaging van pensioenen, tegen verlaging van gehandicaptenuitkeringen.[244][245] Wilders heeft zich gedefinieerd als man van een "volkspartij". Hij heeft gepleit voor het in de overheidsbegroting afschaffen van zaken als immigratie, ontwikkelingshulp en klimaatbeleid.[244] Hij bepleitte ook lange tijd een 'nexit', het vertrek van Nederland uit de Europese Unie en uit de eurozone. In zijn verkiezingsprogramma voor de Europese verkiezingen van 2024, dat in april van dat jaar uitkwam, wordt dit standpunt echter niet meer genoemd.[7][246] Hij wil gaan deelnemen aan de macht en energie steken "in het hervormen van de Europese Unie van binnenuit". Wilders heeft enkele neologismen en staande uitdrukkingen in de Nederlandse taal gemunt waarmee hij zijn politieke standpunten uitdraagt. Wilders was twintig jaar oud toen hij voor het eerst trouwde. Het huwelijk was van korte duur.[249] Op 31 juli 1992 trad hij voor de tweede keer in het huwelijk, ditmaal met de Hongaarse diplomate Krisztina Márfai in Boedapest.[1][250][251] Zij hebben geen kinderen.[252] Op zijn achttiende verjaardag liet Wilders zich uitschrijven uit de kerkelijke registers en sindsdien beschouwt hij zichzelf als agnost.[10][253] Hoewel hij niet meer religieus is, beschouwt hij Nederlandse christenen als natuurlijke bondgenoten vanwege gedeelde waarden.[253][254][255][256][257] In juni 2011 werd bekend dat Geert Wilders ruim een jaar eerder een privébedrijf had opgericht (OnLiberty BV) dat was gericht op het "verwerven en exploiteren van rechten van intellectueel eigendom", echter zonder te voldoen aan de wettelijke verplichting dit in de openbare registers van de Tweede Kamer te laten opnemen. Als vestigingsadres had Wilders het adres van de Tweede Kamer opgegeven, hoewel het niet gebruikelijk is dat daar een privébedrijf is gevestigd. Als verklaring voerde Wilders aan uit veiligheidsoverwegingen te hebben gehandeld. Verder verklaarde hij dat de activiteiten van OnLiberty BV niets met de PVV te maken hadden. In september 2011 verhuisde OnLiberty BV formeel naar Breda.[258][259] Wilders is een fan van attractiepark De Efteling en met name de attractie Droomvlucht.[260][261] Verder is Wilders filmliefhebber,[202] fan van stripreeksen als Donald Duck,[262] en een groot bewonderaar van oud-voetballer Johnny Rep.[263] Vooral sinds Wilders in de media kwam, na zijn pamflet, wordt hij bedreigd. Een eerdere bedreiging dateert echter al van 10 oktober 2003[264] waarop de bedreiger gearresteerd[265] en schuldig verklaard werd. Echter, sinds zijn afsplitsing van de VVD is er sprake van een stroom bedreigingen. Na de moord op Theo van Gogh op 2 november 2004, werd Wilders in het geheim meegenomen naar een schuiladres, omdat de politie het risico voor Wilders te groot achtte. Sindsdien wordt hij 24 uur per dag bewaakt. In de eerste weken die volgden werd Wilders elke dag, en soms meerdere keren per dag, naar nieuwe locaties gebracht. Op 15 december keerde Wilders voor de eerste keer terug in de Tweede Kamer. Enkele weken later kreeg hij een vaste, toentertijd geheime, locatie in een gevangeniscel op Kamp Zeist. Op 18 februari 2005 maakte collega-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali van de VVD in een interview met NRC Handelsblad de verblijfplaats van haarzelf en Wilders bekend. Ze zei dat ze opgesloten zat in een kazerne in Amsterdam en eiste een gewone en goed beveiligde woning. Wilders was het daarmee eens. Een week later kreeg ze die toegewezen; Wilders moest nog enkele weken meer geduld opbrengen. Geregeld doet Wilders aangifte van bedreigingen, die onder meer via sociale media worden geuit.[266] De 27-jarige Pakistaan Junaid I. kreeg in november 2019 door de rechtbank Den Haag een gevangenisstraf van 10 jaar opgelegd, na de verspreiding van een video-boodschap waarin hij Wilders met de dood bedreigde vanwege diens Mohammedcartoonwedstrijd.[267] I. was een dag na het plaatsen van de video aangehouden op het Centraal Station in Den Haag.[268] De rechtbank bevond hem schuldig aan het voorbereiden van en dreigen met een terroristisch misdrijf en het opruien tot een terreurdaad.[269][270][271] In 2020 werd Wilders opnieuw bedreigd door de terreurbeweging Al-Qaida. De Franse krant Le Monde beschikte over een verklaring van de Jemenitisch-Arabische tak van al-Qaida, AQAS. Wilders werd daarin als mede-doelwit genoemd bij dreigementen aan het adres van het Franse weekblad Charlie Hebdo.[272] Op 20 september 2007, tijdens de tweede dag van de Algemene Beschouwingen, kreeg Wilders de Klare taal-prijs overhandigd door Seloua Ouladhaddou van de Nationale Jeugdraad voor zijn heldere taalgebruik tijdens die beschouwingen. Op 15 december 2007 werd Wilders door de NOS-radio tot Politicus van het Jaar 2007 uitgeroepen. De parlementaire pers roemde hem om zijn vermogen "de politieke discussie te overheersen", het "debat naar zich toe te trekken" en de "publiciteit te halen met goed getimede oneliners".[273] Omdat Wilders de enige was die zowel bij pers als publiek hoog scoorde, is hij door de redactie tot uiteindelijke winnaar uitgeroepen.[274] In 2008 eindigde hij als derde in de Politicus van het Jaar-verkiezing, achter Wouter Bos (PvdA) en Alexander Pechtold (D66). In 2008 werd hem de Freedom Award toegekend voor zijn inzet voor de vrijheid van meningsuiting[275] door de American Freedom Alliance, een organisatie die zich bezighoudt met "het identificeren van bedreigingen tegen de westerse beschaving".[276] Voor hetzelfde jaar riep het conservatieve Amerikaanse instituut David Horowitz Freedom Center Geert Wilders uit tot man van het jaar.[277] In 2010, 2013, 2015 en 2016 verkoos het publiek van EenVandaag hem tot politicus van het jaar.[278][279][280][281] Op 17 september 2015 kreeg hij de Debatprijs Algemene Politieke Beschouwingen 2015 van het Nederlands Debat Instituut als beste debater mede vanwege zijn interrupties bij andere fractievoorzitters. Premier Rutte eindigde als tweede.[282] In augustus 2022 ontving Wilders het Commander s Cross of the Order of Merit of Hungary. Met deze staatsonderscheiding werd hij bedankt voor zijn 'consistente steun aan Hongarije en zijn activiteiten om de golf van illegale immigratie te stoppen'.[283] Op 27 september reikte de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken de Hongaarse Presidentiële onderscheiding uit aan Wilders in Boedapest. Van de Amerikaanse, conservatieve denktank David Horowitz Freedom Center ontving Wilders in Naples (Florida) in november 2024 de Annie Taylor Award. Het was zijn tweede onderscheiding van deze denktank. Op 20 december 2024 werd hij (samen met Henri Bontenbal) gekozen tot Nederlands politicus van het jaar. Stephan van Baarle (DENK) · Thierry Baudet (FVD) · Mirjam Bikker (CU) · Henri Bontenbal (CDA) · Laurens Dassen (Volt) · Jimmy Dijk (SP) · Joost Eerdmans (JA21) · Rob Jetten (D66) · Esther Ouwehand (PvdD) · Caroline van der Plas (BBB) · Chris Stoffer (SGP) · Frans Timmermans (GL-PvdA) · Nicolien van Vroonhoven (NSC) · Geert Wilders (PVV) · Dilan Yeşilgöz (VVD) Max Aardema · Reinder Blaauw · Maikel Boon · Vincent van den Born · Martin Bosma · Willem Boutkan · René Claassen · Patrick Crijns · Marco Deen · Teun van Dijck · Emiel van Dijk · Eric Esser · Chris Faddegon · Dion Graus · Peter van Haasen · Hidde Heutink · Patrick van der Hoeff · Léon de Jong · Alexander Kops · Gidi Markuszower · Rachel van Meetelen · Jeremy Mooiman · Edgar Mulder · Jeanet Nijhof-Leeuw · Joeri Pool · Dennis Ram · Robert Rep · Raymond de Roon · Peter Smitskam · Folkert Thiadens · Nico Uppelschoten · Jan Valize · Martine van der Velde · Elmar Vlottes · Marina Vondeling · Henk de Vree · Geert Wilders [...]
nl.wikipedia.org
06-05-2025 23:55:00 | Biografie
-
Caspar Cornelis Johannes Veldkamp (Etten en Leur, 23 april 1964) is een Nederlands politicus, diplomaat en bestuurskundige. Sinds 2 juli 2024 is hij namens Nieuw Sociaal Contract (NSC) minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Schoof. Daarvoor was hij vanaf 6 december 2023 lid van de Tweede Kamer. Voordat hij de politiek in ging, diende Veldkamp onder andere als ambassadeur in Israël (2011-2015) en Griekenland (2015-2019) en was hij bewindvoerder bij de EBRD in Londen (2020-2023). In 2023 stond hij op plaats 4 van de NSC-kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen, en werd hiermee verkozen.[1] Als Tweede Kamerlid was Veldkamp partijwoordvoerder voor het buitenlands beleid, vreemdelingenzaken en migratie.[2] [...]
nl.wikipedia.org
06-05-2025 22:53:00 | Biografie
-
Marjolein Faber (Amersfoort, 16 juni 1960) is een Nederlandse politica voor de Partij voor de Vrijheid (PVV). Sinds 2 juli 2024 is zij minister van Asiel en Migratie. Eerder was Faber van 2011 tot 2023 lid van de Provinciale Staten van Gelderland, waar ze fractievoorzitter van de PVV was. Ook was zij van 2011 tot 2023 lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, vanaf 2014 als fractievoorzitter. Van 2023 tot 2024 was zij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Faber-van de Klashorst is geboren in Amersfoort en groeide op in een slagersfamilie in de tweede generatie. Ze interesseerde zich naar eigen zeggen als tiener al voor politiek. Ze volgde de inserviceopleidingen radiodiagnostiek en nucleaire geneeskunde-in-vivo in Utrecht waarna ze vanaf 1981 als radiodiagnostisch en nucleair laborante ging werken bij het Amersfoortse ziekenhuis De Lichtenberg. Vanaf 1988 vervulde ze verschillende functies in de ICT-branche. Met deze expertise verwierf ze in 2000 een functie bij het bedrijf Stater, een financieel dienstverlener die banken ondersteunt bij het technisch en financieel beheer van hun hypotheekportefeuilles. Ze werkte er op het snijvlak van commercie en ICT.[2] Faber ging de politiek in na de opvoeding van haar kinderen.[3] Op ongeveer 50-jarige leeftijd zag ze een spotje op tv met Geert Wilders en Fleur Agema en solliciteerde bij Wilders naar een functie als volksvertegenwoordiger voor zijn partij.[bron?] Bij de Provinciale Statenverkiezingen 2011 werd ze gekozen in de Provinciale Staten van Gelderland. Ze werd hier tevens fractievoorzitter. Op 7 juni van dat jaar werd ze gekozen als lid van de Eerste Kamer, een dubbelfunctie die bij de PVV is toegestaan. Faber werd op 10 juni 2014 gekozen als voorzitter van de PVV-fractie in de Eerste Kamer. Zij was de opvolger van Marcel de Graaff. Faber was voorzitter van de Eerste Kamercommissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad.[4] Hoewel ze bij de Eerste Kamerverkiezingen 2015 de PVV-lijst aanvoerde, kreeg ze slechts enkele stemmen van de PVV-Statenleden. Dat had te maken met de gunning van een IT-opdracht voor de PVV-website aan het bedrijf van haar zoon, die ze niet had gemeld, en haar weigering af te treden nadat dit door journalisten aan het licht was gebracht (zie verder).[5][6] Ook bij de Eerste Kamerverkiezingen 2019 en Eerste Kamerverkiezingen 2023 was ze de lijsttrekker van de PVV. In Gelderland deed Faber onderzoek naar het declaratiegedrag van gedeputeerde Co Verdaas dat bij Provinciale Staten geen gevolgen had, maar er uiteindelijk toe voerde dat hij later als staatssecretaris in het kabinet-Rutte II aftrad.[7] Ook zorgde Faber er voor dat in de kantine van het Provinciehuis de gehaktbal op de menukaart bleef staan.[8] In 2015 presenteerde Faber het rapport "De Islamiseringskaart van Gelderland", waarin de provinciale PVV-fractie bijhield hoeveel islamitische instanties er zijn. Ze liet onderzoek doen naar de islam in de samenleving, de rol van moskeeën en de vraag waar jihadisten vandaan komen.[9] Ter begeleiding maakte ze de video Stop de islamitische invasie in Gelderland met een oproep tot verzet.[10] Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2023 stond ze op de verkiesbare zevende plek op de kandidatenlijst van de PVV. Op 6 december 2023 werd ze geïnstalleerd als lid van de Tweede Kamer, waarmee haar lidmaatschap van de Eerste Kamer ten einde kwam. Ze kwam daar op een anciënniteit van 4565 dagen.[4] Op 20 december 2023 nam ze afscheid van de Gelderse Staten.[11] Op 2 juli 2024 werd Faber benoemd tot minister van Asiel en Migratie in het nieuwe kabinet-Schoof. Dit ministerie werd bij het aantreden van dat kabinet opgericht, daarvoor viel dit beleidsgebied onder het ministerie van Justitie en Veiligheid. Een van de doelstellingen van het kabinet-Schoof, zoals beschreven in het hoofdlijnenakkoord, is het invoeren van een tijdelijke asielcrisiswet. Hierdoor zou Faber hardere maatregelen kunnen inzetten om de asielinstroom te kunnen beperken, door bijvoorbeeld de grenscontroles te verscherpen.[12] Op 21 augustus 2024 verklaarde Faber aan de pers "Nederland heeft een asielcrisis, alles zit bomvol".[13] Dezelfde dag nog nam ze haar woorden terug en zei dat er wettelijk gezien nog geen sprake was van een 'asielcrisis', maar dat de maatschappij dat wel zo ervaart.[14] In december 2024 noemt voormalig premier Mark Rutte Faber een zwakke minister.[15] In maart 2025 weigerde Faber haar handtekening te zetten onder de voordracht voor een koninklijke onderscheiding van vijf mensen die zich hebben ingezet voor asielzoekers en vluchtelingen. Op 1 april 2025 liet Faber tijdens het mondelinge vragenuur in de Tweede Kamer weten hiermee het signaal af te willen geven dat Nederland te maken heeft met een asielcrisis. Ze nam daarom geen afstand van haar besluit en bood ook geen excuses aan. Naar aanleiding van haar standpunt werd er op 2 april gedebatteerd over de eenheid van kabinetsbeleid. Meerdere oppositiepartijen zegden hier het vertrouwen in de minister op.[16] Oppositieleider Timmermans noemde haar zelfs "de grootste prutser die ooit in vak K heeft gezeten".[17] Faber overleefde de motie van wantrouwen wel. Faber staat bekend om haar uitgesproken taalgebruik. Ze noemde de Nijmeegse burgemeester Bruls, toentertijd tevens voorzitter van het landelijke Veiligheidsberaad, in coronatijd ‘een ongekend virusreservoir , een 12-jarige die bij de provincie insprak over het klimaat een ‘klimaatsoldaatje en collega's in de Provinciale Staten ‘nep-Statenleden .[8][18] Voor Faber is de islam een verwerpelijke ideologie. "Als we dat geen halt toeroepen, gaan we alles kwijtraken; onze vrijheid en onze democratie. Het is een nachtmerrie voor vrouwen, voor homo s, in feite voor iedereen, voor alle ongelovigen.”[19] Ze snapte de ophef niet die werd gemaakt rondom Wilders' toezegging te zullen gaan regelen dat er minder Marokkanen in Nederland zullen komen want er was volgens haar niets mis met de slogan 'minder Marokkanen'.[9] Volgens Wilders in 2015 was ze een droomkandidaat die knokt voor de mensen, voor minder islam, lagere belastingen en meer zorg.[9] In februari 2015 raakte Faber voor het eerst publiekelijk in opspraak door een onderzoek van NRC Handelsblad, waaruit bleek dat zij het onderhoud van de PVV-partijwebsite had uitbesteed aan het IT-bedrijf waarvan haar zoon mede-eigenaar was. Daar bleek een bedrag van ruim 8000 euro aan fractiegeld (bedoeld om de fractie mee te ondersteunen) mee te zijn gemoeid.[20] Tijdens het NPO Radio 1-lijsttrekkersdebat op 1 maart 2015 liet Faber weten dat zij ondanks druk van andere partijen niet overwoog om af te treden, maar de rekening zelf te zullen voldoen.[21] Een geplande kookavond in een woonzorgcentrum voor Nijmegenaren met enkele asielzoekers die op dat moment in de opvang op Heumensoord verbleven, moest in 2015 worden afgelast nadat een online campagne van Faber aanleiding gaf tot dreigementen en beledigingen. Vanwege deze en soortgelijke uitingen deed een Hoevelakenaar aangifte wegens haatzaaien en discriminatie. Faber werd niet vervolgd.[22] Faber protesteerde in 2017 met Wilders, Markuszower en enkele anderen voor het stadhuis van Arnhem tegen de benoeming van de in Marokko geboren Ahmed Marcouch als burgemeester onder het motto: "Geen Arnhemmistan! We raken ons land kwijt!".[23][24] In het narratief van Wilders betekende dit dat Marcouch van Arnhem een islamitische stad zou willen maken en dat deze terugveroverd moest worden.[25] In de oproep tot de demonstratie noemde Wilders Marcouch "een fan van de islamofascistische moslimbroeder al-Quaradawi".[26] In september 2019 kwam Faber opnieuw in opspraak, nadat ze in een bericht op de sociale media schreef dat de dader van een steekpartij 'volgens betrouwbare bron' een Noord-Afrikaans uiterlijk en kennelijk een hekel aan bier had, maar de media dat bewust niet zouden willen melden. Twee van de drie slachtoffers zeiden echter dat de dader een witte man was geweest en betichtten Faber van stemmingmakerij. De senator werd naar aanleiding van haar tweet in commentaren en de media onder meer beschuldigd van haatzaaien en het verspreiden van nepnieuws.[27] Ze hield echter vast aan haar tekst: "Mijn tweet klopt". Het Openbaar Ministerie trad naar buiten om de uitspraken van Faber te corrigeren, wat zeer uitzonderlijk is.[28] Vervolgens liet Faber weten dat het onhandig was geweest de kwaliteit van haar bron niet te hebben meegewogen bij publicatie van haar bericht.[29] Pas vijf jaar later, bij de hoorzitting met Tweede Kamerleden in verband met haar kandidatuur voor minister van Asiel en Migratie, nam ze haar woorden terug, maar bood ze geen excuses aan: "Mijn tweet klopt niet".[30] Tijdens de algemene beschouwingen van 2020 verklaarde Faber dat er "een agenda uitgerold" wordt van "omvolking". Premier Mark Rutte wees haar er vervolgens op dat de term voortkomt uit de nazi-ideologie, waarna zij stelde dat het een vertaling is van "replacement migration", dat door de Verenigde Naties wordt gebruikt.[31] In haar hoorzitting in 2024 nam ze "volledig afstand" van de nazistische connotatie van de term, en stelde ze dat de term "onjuist en ongewenst" was. Faber bleef echter spreken over "zorgelijke demografische ontwikkelingen", waardoor oppositieleden meenden dat ze enkel afstand nam van de term 'omvolking', maar niet van het gedachtegoed.[32] In 2022 werd Faber in de Eerste Kamer door de voorzitter het woord ontnomen en voor de rest van het debat geschorst, nadat ze tijdens de algemene beschouwingen interpelleerde en vroeg: "zit de vijfde colonne dan niet eigenlijk achter de regeringstafel?".[33] Faber is getrouwd en heeft twee zoons.[34] [...]
nl.wikipedia.org
05-05-2025 21:21:00 | Biografie
-
Ruben Pieter Brekelmans (Leidschendam, 18 juli 1986) is een Nederlands politicus namens de VVD. Hij is sinds 2 juli 2024 minister van Defensie in het kabinet-Schoof. Daarvoor was hij vanaf 31 maart 2021 Tweede Kamerlid. Brekelmans groeide op in het Noord-Brabantse dorp Kaatsheuvel.[1] Hij volgde van 1998 tot 2004 het gymnasium aan het Dr. Mollercollege in Waalwijk. Hij studeerde van 2004 tot 2008 Bedrijfseconomie en van 2004 tot 2010 Algemene economie aan de Universiteit van Tilburg. Van 2008 tot 2009 studeerde hij Internationale politiek aan de London School of Economics. Van 2013 tot 2015 studeerde hij Bestuurskunde aan de John F. Kennedy School of Government van de Harvard University.[2][3] Hij was vervolgens werkzaam als strategieconsultant voor het Amsterdamse kantoor van de Boston Consulting Group en als columnist en essayist voor Het Financieele Dagblad. Daarna was hij van 2017 tot 2019 politiek assistent van staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Mark Harbers. Na Harbers' aftreden in mei 2019 bleef Brekelmans werken voor het ministerie van Justitie en Veiligheid als programmadirecteur "Adaptief Asielsysteem". Van oktober 2020 tot maart 2021 was hij werkzaam als programmadirecteur "Inzicht In Kwaliteit" op het ministerie van Financiën.[4][5][6][7] Brekelmans werd op zeventienjarige leeftijd lid van de Jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie (JOVD), de onafhankelijke jongerentak van de VVD.[8] Tussen 2017 en 2021 was hij voorzitter van het thematisch netwerk "internationaal" van de VVD.[9] Ook schreef hij mee aan het verkiezingsprogramma van die partij voor de Europese Parlementsverkiezingen 2019.[10] Brekelmans werd op 31 maart 2021 namens de VVD beëdigd als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat hij bij de Tweede Kamerverkiezingen 2021 de dertigste kandidaat was geweest en 1.539 voorkeurstemmen had ontvangen.[11] In zijn portefeuille heeft hij buitenlands beleid, internationaal cultuurbeleid, verlenging missies inclusief art 100 en migratie.[12] Brekelmans is lid van de volgende commissies:[9] Toen Rusland zijn troepenmacht bij de grens met Oekraïne opbouwde in aanloop naar zijn invasie van dat land in 2022, riep Brekelmans op tot het leveren van wapens aan Oekraïne en tijdens de invasie pleitte hij voor strenge sancties waaronder het sluiten van het luchtruim van de Europese Unie voor Russische luchtvaartmaatschappijen.[13][14] Daarnaast was Brekelmans voorstander van het snel verhogen van de uitgaven aan defensie zodat het budget aan de NAVO-norm van 2% van het bbp voldoet en opperde hij voor meer Europese samenwerking op het gebied van veiligheid, defensie en migratie maar niet in het verband van een Europees leger.[15][16] Op 4 september 2023 werd hem door de Oekraïense president Zelensky de Orde van Verdienste in de derde klasse toegekend.[17] Hij schreef in een opinieartikel dat hij uitgeprocedeerde asielzoekers wilde uitzetten om ruimte te maken voor "échte vluchtelingen" uit bijvoorbeeld Oekraïne.[18] Ook stelde hij voor om te kijken naar een tijdelijke stop voor nieuwe asielaanvragen als reactie op capaciteitsproblemen bij asielzoekerscentra.[19] Kort na de val van het kabinet-Rutte IV als gevolg van onenigheid over immigratiehervormingen pleitte Brekelmans voor samenwerking met de Partij voor de Vrijheid (PVV), waaronder als gedoogpartner van een minderheidskabinet. De VVD en haar leider Mark Rutte hadden de PVV jarenlang uitgesloten vanwege de val van kabinet-Rutte I in 2012 en de anti-immigratie- en anti-moslimstandpunten van de PVV. Volgens Brekelmans bleef hij bij de "fundamentele bezwaren" van zijn partij tegen de PVV, maar hij zei dat hun steun mogelijk nodig zou zijn om immigratievraagstukken op te lossen. Hij opperde voor het verlagen van de jaarlijkse instroom van immigranten met minstens 50.000.[20][21] De JOVD en partijprominent Ed Nijpels uitten kritiek op de opmerkingen van Brekelmans, maar VVD-lijsttrekker Dilan Yeşilgöz sloot weken later samenwerking met de PVV ook niet uit.[22] Brekelmans heeft een vriendin en twee dochters.[23][24] [...]
nl.wikipedia.org
05-05-2025 13:53:00 | Biografie
-
Mikal Tseggai (Haarlem, 2 februari 1995) is een Nederlands politica namens de PvdA. Sinds 6 december 2023 is ze lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waar ze deel uitmaakt van de GroenLinks-PvdA-fractie. Daarvoor was ze van 29 maart 2018 tot 6 december 2023 lid van de gemeenteraad van Den Haag, waar ze vanaf 2019 fractievoorzitter was. Tijdens haar raadslidmaatschap was ze bezig met de opleiding bestuurskunde aan de Universiteit Utrecht.[1] In 2023 stond ze op plaats 20 van de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen.[2] Haar ouders zijn Eritrees.[3] Laura Bromet · Julian Bushoff · Glimina Chakor · Geert Gabriëls · Marleen Haage · Daniëlle Hirsch · Habtamu de Hoop · Barbara Kathmann · Jesse Klaver · Suzanne Kröger · Esmah Lahlah · Tom van der Lee · Mohammed Mohandis · Songül Mutluer · Jimme Nordkamp · Mariëtte Patijn · Anita Pijpelink · Kati Piri · Elke Slagt · Luc Stultiens · Joris Thijssen · Frans Timmermans · Mikal Tseggai · Lisa Westerveld · Raoul White [...]
nl.wikipedia.org
04-05-2025 22:27:00 | Biografie
-
Ferenc Zsolt Szabó (Amsterdam, 24 november 1961) is een Nederlandse politicus en voormalig zakenman. Sinds 2 juli 2024 is Szabó staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering namens de PVV in het kabinet-Schoof. Eerder was hij actief als VVD-politicus en vicepresident van Capgemini, een groot IT-bedrijf dat ook veel (semi)overheidsopdrachten uitvoert. Zijn ouders zijn van Hongaarse afkomst en Szabó kreeg om die reden bij zijn geboorte naast de Nederlandse ook de Hongaarse nationaliteit.[bron?] Volgens hemzelf heeft hij die nationaliteit in 2024 niet meer en ook niet gehad. Hij heeft in ieder geval (ook) de Nederlandse nationaliteit volgens het bevolkingsregister.[1] Van 3 juni 2003 tot 30 november 2006 was Szabó Tweede Kamerlid namens de VVD. Hij was woordvoerder voor ontwikkelingssamenwerking, defensie en ICT.[3][4] Tijdens deze periode was Szabó de mening toegedaan dat Nederland "mede onder druk van internationale wetgeving" op korte termijn de invoering van de elektronische handtekening en identiteitskaarten met biometrische kenmerken zou meemaken.[bron?] Begin juni 2004 vroeg hij staatssecretaris Medy van der Laan om uitleg over de inzet van opensourcesoftware bij het departement,[5] dit omdat Szabó 'OSS-fetisjisme' bij de overheid wilde voorkomen.[6] Na zijn vertrek uit de politiek ging Szabó werken als consultant. Hij werd voorzitter van de stichting die het Bel-me-niet register beheert en vicevoorzitter van ECP, het platform voor de informatiesamenleving.[7] Op 20 augustus 2017 werd Zsolt Szabó benoemd tot ridder in de Orde van de Hongaarse Republiek als erkenning voor zijn actieve bijdrage aan het succes van Hongaarse bedrijven in Nederland en aan de versterking van het positieve imago van Hongarije in Nederland.[8] Namens de PVV trad Szabó op 2 juli 2024 als onderdeel van het kabinet-Schoof aan als staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering en opvolger van Alexandra van Huffelen.[2] Wat betreft de portefeuille Koninkrijksrelaties is hij de meeste rechtse bewindspersoon ooit en de eerste namens de PVV, een partij die in het verleden vaak harde uitspraken heeft gedaan richting de Caribische eilanden in het Koninkrijk.[9] [...]
nl.wikipedia.org
02-05-2025 22:51:00 | Biografie
-
Sandra Theodora Petronella Hendrika Palmen-Schlangen (Cuijk, 17 februari 1972) is een Nederlands politicus voor Nieuw Sociaal Contract (NSC) en voormalig ambtenaar. Sinds 12 december 2024 is zij staatssecretaris Herstel en Toeslagen. Van 6 december 2023 tot de aanvang van haar staatssecretariaat was zij Tweede Kamerlid. Palmen studeerde fiscale economie aan de HEAO te Arnhem (1991-1995) en fiscaal recht aan de Universiteit Leiden (1999-2001). Van 1997 tot 2023 was zij werkzaam bij het ministerie van Financiën in diverse functies, laatstelijk als strategisch adviseur rechtsstatelijk overheidshandelen. Palmen verwierf bekendheid door een kritische opstelling als interne bron bij de uitvoer van het toeslagenstelsel toen ze als topjurist bij de Belastingdienst werkte. Zij schreef in 2017 een kritisch intern advies over de stopzetting van toeslagen voor kinderopvang en analyseerde dat als bestuursrechtelijk „laakbaar”. Ze adviseerde de Dienst om tot compensatie over te gaan van een groep gedupeerde ouders maar dit werd terzijde gelegd. Het stuk verdween naar de achtergrond maar kwam tijdens de parlementaire ondervraging in de toeslagenaffaire bekend te staan als het ‘memo-Palmen .[1] Naar schatting 24 ambtenaren van de Belastingdienst hadden kennis genomen van het memo.[2] Van 2021 tot 2023 was Palmen daarnaast raadsheer-plaatsvervanger bij de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter op het gebied van sociale zekerheid.[3] Palmen kreeg bij Tweede Kamerverkiezingen van 2023 de vijfde plaats op de kandidatenlijst van NSC. De partij behaalde twintig zetels, wat voor haar voldoende was om gekozen te worden. Zij werd op 6 december 2023 in de Kamer geïnstalleerd.[4][5] Ze nam zitting in de volgende vaste Kamercommissies: Ze was ook lid van de Contactgroep Duitsland, die leden van de Tweede Kamer een forum biedt om op informele wijze contact te onderhouden met leden van de Duitse Bondsdag. Na ruim een jaar Kamerlid te zijn geweest, werd Palmen op 12 december 2024 staatssecretaris Herstel en Toeslagen.[6] Zij was hierin de opvolger van Nora Achahbar, die op 15 november was opgestapt. Sandra Palmen is gehuwd en heeft 2 zonen. [7] [...]
nl.wikipedia.org
02-05-2025 13:06:00 | Biografie
-
Yde Johan (Eddy) van Hijum (Delft, 17 april 1972) is een Nederlands politicus, bestuurskundige en bestuurder. Sinds 2 juli 2024 is hij namens Nieuw Sociaal Contract (NSC) minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en derde vicepremier in het kabinet-Schoof. Van Hijum heeft een groot deel van zijn jeugd doorgebracht in het Friese Woudsend. Van 1984 tot 1990 volgde Van Hijum het atheneum aan het Bogerman College te Sneek. Aansluitend studeerde hij van 1990 tot 1995 civieltechnische bestuurskunde aan de Universiteit Twente te Enschede. Op 7 juni 2001 promoveerde hij in de bestuurswetenschappen aan dezelfde universiteit. Van Hijum begon zijn werkzame leven in 1995 als adviseur op het gebied van bestuurlijke organisatie bij Infram; hij deed projecten voor de provincie Overijssel op het gebied van waterhuishouding. Vervolgens werd hij in 1997 onderzoeker aan de Universiteit Twente naar de bestuurlijke organisatie en de bekostiging van de watersector in Nederland. In 2001 werd hij consultant en manager bij PwC en later KPMG. In 1989 werd Van Hijum lid van het CDA, toen hij lid werd van het CDJA, afdeling Snits-Wymbrits. In 1998 werd Van Hijum lid van de gemeenteraad in Zwolle namens het CDA. Hij was woordvoerder op het gebied van Bestuur & Financiën en Werk & Welzijn en lid van de Rekenkamer. In 2002 koos de fractie hem tot fractievoorzitter. Op 2 september 2003 werd Van Hijum benoemd tot lid van de Tweede Kamer. In de Tweede Kamer hield Van Hijum zich vooral bezig met Verkeer en Waterstaat en met Sociale zaken en Werkgelegenheid. Van 2010 tot en met 2012 was hij tevens fractiesecretaris en lid van het Presidium van de Tweede Kamer. In 2012 werd hij woordvoerder Financiën, Rijksuitgaven en Asiel & migratie. In 2014 was hij als informateur/ formateur betrokken bij het vormen van een college in Olst-Wijhe. In september 2014 stelde Van Hijum zich beschikbaar als lijsttrekker van het CDA bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2015 in de provincie Overijssel. Kort daarna volgde hij Theo Rietkerk (CDA) op als gedeputeerde in Overijssel. In verband hiermee trad hij de dag voorafgaand aan zijn benoeming af als lid van de Tweede Kamer. Na de verkiezingen werd hij opnieuw benoemd tot gedeputeerde. In deze rol hield hij zich bezig met regionale economie, arbeidsmarkt, financiën en de herontwikkeling van de luchthaven Twente. In 2019 was Van Hijum bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 opnieuw lijsttrekker. Het CDA bleef bij deze verkiezingen de grootste partij, waarna hij opnieuw gedeputeerde werd met regionale economie, financiën en Europa in portefeuille. Ook werd hij lid van het Europees Comité van de Regio's, waar hij als rapporteur een advies schreef voor de Europese Commissie over beleid voor het midden- en kleinbedrijf. In augustus 2022 maakte Van Hijum bekend dat hij geen derde termijn als gedeputeerde ambieerde en zich ook niet beschikbaar stelde als lijsttrekker bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2023.[1] Op 12 juli 2023 werd er een nieuw college benoemd waarmee er eind kwam aan zijn ambt van gedeputeerde.[2] Op 20 augustus 2023 maakte Pieter Omtzigt in een interview met Tubantia bekend dat hij met zijn nieuwe partij Nieuw Sociaal Contract (NSC) aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 zou gaan deelnemen en dat Van Hijum het verkiezingsprogramma daarvoor ging schrijven. Van Hijum maakte de overstap van het CDA naar deze partij.[3][4] Voor het NSC stond hij zesde op de kandidatenlijst voor de Kamerverkiezingen van 2023.[5] Op 6 december van dat jaar werd hij beëdigd als Tweede Kamerlid.[6] Op 2 juli 2024 werd Van Hijum namens NSC minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en derde vicepremier in het kabinet-Schoof. Zijn Tweede Kamerlidmaatschap kwam daarmee ten einde.[7][8] Hij werd verantwoordelijk voor onder andere algemeen sociaaleconomisch beleid en begrotingsbeleid, inkomensbeleid, bestaanszekerheid, koopkracht, werknemersverzekeringen (en opvolging OCTAS), arbeidsmarktbeleid (o.a. arbeidsverhoudingen. ontslag, arbeidsmigratie, discriminatie arbeidsmarkt), pensioenstelsel, internationaal, coördinerend minister programma Werk aan Uitvoering (WaU) - Programma Vereenvoudiging Inkomensondersteuning voor Mensen (VIM), Arbeidsinspectie, UWV, SVB, Inlichtingenbureau, coördinatie follow-up parlementaire enquête PEFD en afhandeling coronaregelingen. Met het beëindigen van de loopbaan in de Overijsselse politiek, was zijn NSC-carrière nog niet in zicht. Van Hijum had, (daarom) kortstondig, een aantal andere functies. Hij was van januari tot oktober 2023 onafhankelijk voorzitter van de Omgevingsraad Schiphol (later Maatschappelijk Raad Schiphol).[9] Ook was hij van juli tot november 2023 commissaris bij energiemaatschappij RENDO.[8] Zijn net verkregen plaats als raadslid voor de Raad voor het Openbaar Bestuur nam hij niet in vanwege zijn kamerkandidatuur voor het NSC.[10] Van Hijum is getrouwd en heeft drie dochters. Hij is lid van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). [...]
nl.wikipedia.org
30-04-2025 17:03:00 | Biografie
-
A.J. (André) Flach (Ridderkerk, 23 april 1976) is een Nederlands politicus. Sinds 6 december 2023 is hij lid van de Tweede Kamer namens de SGP. Van 2006 tot 2010 was Flach lid van de gemeenteraad van Hendrik-Ido-Ambacht; van 2010 tot 2023 was hij wethouder van deze gemeente. In 2017 stond Flach op de 14e plek voor de Tweede Kamerverkiezingen met 164 stemmen tot gevolg. In 2021 stond Flach op plek 4 van de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 en behaalde 1.834 stemmen, wat niet voldoende was om gekozen te worden.[1] In augustus 2024 berekende de Nationale Politieke Index dat Flach het tweede meest ijverige Kamerlid was vanaf de installatie in 2023 tot juli 2024.[2][3][4] Flach heeft het VWO gedaan aan de Guido de Brès in Rotterdam. Hij is getrouwd en heeft vier kinderen. Diederik van Dijk · André Flach · Chris Stoffer [...]
nl.wikipedia.org
28-04-2025 20:18:00 | Biografie
-
Gideon Frederik Cornelis van Meijeren (Doetinchem, 27 mei 1988) is een Nederlands jurist en politicus namens Forum voor Democratie (FVD). Sinds 31 maart 2021 is hij Tweede Kamerlid. Van Meijeren groeide op als middelste in een gezin met drie kinderen. Vader Lambert was vestigingsmanager van een supermarkt. Van Meijeren volgde tussen 2000 en 2006 de havo aan het Doetinchemse Ulenhofcollege. Op dezelfde school, een jaar onder Van Meijeren, zat Thom van Campen; zijn latere VVD-collega die gelijktijdig in het parlement kwam. Hij volgde vervolgens een hbo-opleiding rechten aan de Juridische Hogeschool Avans-Fontys in Tilburg, waar hij in 2007 zijn propedeuse haalde en deed tot 2008 een korte officiersopleiding aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda.[1] Van Meijeren werkte 3,5 jaar als ICT-medewerker bij de Koninklijke Landmacht.[1][2] Hij studeerde tussen 2011 en 2015 rechten aan de Nijmeegse Radboud Universiteit en verhuisde vervolgens naar Den Haag voor een baan als wetgevingsjurist op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, waar hij ook een opleiding volgde tot wetgevingsjurist aan de Academie voor Wetgeving.[1][3] Vanaf 2017 vervulde hij diezelfde rol bij het bureau wetgeving van de Tweede Kamer[1] waar hij voorstellen van Kamerleden in juridische teksten omzette. Van Meijeren sloot zich in 2016 aan bij Forum voor Democratie, toen het een politieke partij werd. Hij werd actief lid, mede omdat hij zijn politieke overtuigingen niet kon combineren met zijn baan.[4] In november 2018 werd Van Meijeren juridisch beleidsmedewerker van de Tweede Kamerfractie van Forum voor Democratie.[5] Bij de Provinciale Statenverkiezingen 2019 kreeg hij als vijfde kandidaat van FVD een zetel in de Zuid-Hollandse Provinciale Staten.[6] Hij had de portefeuille klimaat en stikstof. Bij de Europese Parlementsverkiezingen twee maanden later, stond hij op de achtste plaats op de kandidatenlijst.[1][7] In de Provinciale Staten pleitte Van Meijeren zonder succes voor een referendum over de bouw van windturbines en zonneparken en hij noemde de plannen van de provincie antidemocratisch.[8] In juli 2020 nam hij deel aan een demonstratie van Farmers Defence Force bij het hoofdkantoor van het RIVM in Bilthoven tegen een maatregel om de stikstofuitstoot te verminderen, die gevolgen zou hebben voor boeren.[3] Naar aanleiding van een artikel in Het Parool uit november 2020 over extremistisch gedachtegoed binnen de jongerenafdeling van FVD stapten vijf van de zeven Zuid-Hollandse Statenleden uit de partij. Van Meijeren bleef lid en werd de Zuid-Hollandse fractievoorzitter van Forum voor Democratie.[9][10] Enkele maanden later berichtte Elsevier Weekblad dat Van Meijeren met "Hell no" zou hebben gereageerd in een WhatsApp-groepsgesprek, toen partijleider Thierry Baudet had gevraagd: "Wil jij dat je zus met een neger thuiskomt?"[11] Volgens Van Meijeren betrof het een inside joke in een discussie over institutioneel racisme, aangezien zijn ex-vriendin Antilliaans is en zijn zus getrouwd is met iemand met een donkere huidskleur.[12] Van Meijeren was de lijsttrekker van Forum voor Democratie in zijn thuisstad Den Haag bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022. Hij verwierf een zetel en werd op 30 maart beëdigd.[13][14] Hij was bij dezelfde verkiezingen ook lijstduwer van zijn partij in Doetinchem. Zijn vader was daar de lijsttrekker en werd verkozen.[15][16] Tot 29 maart 2023 was Van Meijeren lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland: hij was toen wel herkozen, maar aanvaardde zijn zetel niet. Zijn zetel werd ingenomen door FVD'er Robin Westdijk.[17][18] In januari 2024 stopte hij als gemeenteraadslid en verliet hij Den Haag.[19] Van Meijeren werd in januari 2021 secretaris van het bestuur van Forum voor Democratie en stond tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 op plek zes van de kandidatenlijst van de partij.[20][21][22] Tijdens de campagne vertelde hij censuur door sociale media te willen verbieden en een gekozen burgemeester te willen.[23] Ook zei hij dat hij immigratie vreesde, omdat dit Nederland onherkenbaar zou maken en de verzorgingsstaat onder druk zou zetten.[12] Hij kreeg 602 voorkeurstemmen.[24] Op 31 maart werd Van Meijeren Tweede Kamerlid. Hij behield zijn zetel in de Zuid-Hollandse Provinciale Staten, maar stapte wel op als fractievoorzitter.[25] In de FVD-fractie werd hem de portefeuille justitie, veiligheid, immigratie, landbouw, natuur en binnenlandse zaken toebedeeld.[2] Van Meijeren is in de Tweede Kamer lid van de contactgroep België en van de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken, voor Justitie en Veiligheid en voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.[1] Van januari tot en met maart 2025 was Van Meijeren fractievoorzitter van de Tweede Kamerfractie, omdat Baudet tijdelijk met vaderschapsverlof was.[26] Hij bekritiseerde lockdowns en maatregelen om de coronapandemie in te dammen en verkondigde dat de verantwoordelijken vervolgd en opgesloten zouden worden vanwege het inperken van vrijheden. Van Meijeren is een tegenstander van het vaccinatieprogramma tegen het coronavirus.[27][28] Van Meijerens acties en uitspraken haalden in 2021 en 2022 meermaals het nieuws. In mei 2021 overtrad hij de verplichte anderhalve meter afstand vanwege de coronapandemie na afloop van Simone Kersebooms maidenspeech, toen hij haar zoende en knuffelde.[29] Toen er bij de integriteitscommissie van de Tweede Kamer klachten over het incident binnenkwamen, verklaarde Van Meijeren dat hij het gezag van het orgaan niet erkende.[30] In september legde voorzitter Vera Bergkamp het debat stil tijdens een bijdrage van Van Meijeren, waarin hij de beperkingen voor mensen ongevaccineerd tegen COVID-19 vergeleek met "de verschrikkingen die de Joden zijn aangedaan in de Tweede Wereldoorlog". Dit deed zich voor in een debat over geweld en bedreigingen tegen journalisten, waarin hij daarnaast benadrukte dat de gevestigde media desinformatie en nepnieuws verspreidden.[31] Weer twee maanden later, nadat Kamerlid Nilüfer Gündoğan in een debat had geklaagd over intimiderende e-mails, vertelde Van Meijeren enorm trots te zijn dat zijn achterban alles op alles zette om haar gedachten te veranderen over het overheidsbeleid rond COVID-19.[32] Op 20 januari 2022 noemde Gündoğan in een Kamerdebat Van Meijeren "een complotmarmot die schijt heeft aan onze Grondwet".[33][34] Voorzitter Bergkamp ontnam Van Meijeren in januari 2022 het woord vanwege het overtreden van een verbod in het reglement van orde van de Tweede Kamer op oproepen tot wetteloosheid; hij had gepleit voor burgerlijke ongehoorzaamheid met betrekking tot de coronamaatregelen, nadat hij deze misdadig had genoemd en had gezegd geen vertrouwen te hebben in het Nederlandse rechtssysteem. De voorzitter was in de voorgaande dagen bekritiseerd voor niet snel genoeg ingrijpen in debatten.[35] Van Meijeren beargumenteerde vervolgens in een debat over normen in de Tweede Kamer dat de vrijheid van meningsuiting onder druk staat.[36] In juni 2022 ondertekenden ruim 300 wetenschappers een brief, waarin zij zich beklaagden over aanvallen richting de wetenschap. De directe aanleiding was dat Van Meijeren prominent wetenschapper bij de bestrijding van de coronapandemie Jaap van Dissel had beschuldigd van corruptie.[37] Begin 2022 bracht Docsfair de documentaire Gideon: Op zoek naar de waarheid uit, waarin Van Meijeren vaccinaties tegen COVID-19 onderzoekt vanuit een kritische blik. De première in het Koninklijk Theater Tuschinski werd geannuleerd omdat bioscoopketen Pathé het niet gepast vond, gezien eerdere uitspraken door Van Meijeren, om de documentaire te vertonen in een bioscoop die is opgericht door een in de Holocaust vermoorde Jood.[38] Als Kamerlid vertelde hij in een interview dat hij Nederland niet meer als een democratie beschouwde, omdat volgens hem alle besluiten in achterkamertjes worden genomen en het parlement vervolgens geen inspraak meer heeft.[39] In oktober 2022 kwam Van Meijeren in het nieuws omdat hij in een Youtube-filmpje onder de titel Rioolratten Ontmaskerd! (refererend aan vermeend verwerpelijk gedrag van sommige journalisten; naar eigen zeggen het eerste deel van een serie) journaliste en SBS-verslaggever Merel Ek bekritiseerde en confronteerde. Van Meijerens taalgebruik en houding leidde tot veel ophef en het verwijt van intimidatie van de pers.[40] Minister-president Mark Rutte sprak van "een nieuw dieptepunt" in de bejegening van de pers in Nederland en ook de Nederlandse Vereniging van Journalisten uitte kritiek.[41] Van Meijeren en zijn partij hebben meermaals gezegd te geloven dat de overheid samenwerkt met het World Economic Forum (WEF), een niet-gouvernementele organisatie, om het volk te onderwerpen – bestempeld door de media als een complottheorie.[42][43] Opmerkingen van Van Meijeren in een interview met de website Compleetdenkers in november 2022 zorgden opnieuw voor opspraak, wederom van de minister-president. Van Meijeren sprak zijn mening uit dat vrijheden door de overheid worden beperkt en zei dat regimes met tiranniek gedrag al eerder ten val waren gebracht. Hij hoopte dat een revolutionaire beweging, die naar het parlement zou trekken, vreedzaam zou verlopen, maar zei dat dit vaak niet het geval was geweest. De opmerkingen werden door critici in verband gebracht met de bestorming van het Amerikaanse Capitool in 2021.[44][45] In september 2023 kondigde het Openbaar Ministerie aan Van Meijeren te vervolgen voor opruiing waarbij het OM refereerde aan zijn woorden tijdens het interview voor Compleetdenkers en een boerenprotest op 2 juli 2022 in het Gelderse Tuil. In die laatste toespraak noemde hij "dat het toelaatbaar is zich gewelddadig te verzetten tegen de overheid, mocht die overgaan tot onteigening van boeren". Van Meijeren noemde de timing van de vervolging – twee maanden voor Tweede Kamerverkiezingen – typisch en vond het daarom de schijn hebben van een politiek proces of een heksenjacht.[46] NRC schreef dat Van Meijeren was "uitgegroeid tot een van de bekendste FVD'ers met zijn felle uitspraken binnen en buiten het parlement". In het artikel stond daarnaast dat hij regelmatig verschijnt bij anti-overheidsdemonstraties en in partijvideo's.[47] In december 2022 kwam naar aanleiding van een dagvaarding naar buiten dat Van Meijeren op 21 december 2021 staande was gehouden, nadat hij met zijn snorfiets door een rood verkeerslicht was gereden. Hij bleek te hebben gereden zonder geldig rijbewijs. Dat rijbewijs was eerder ingenomen nadat Van Meijeren staande was gehouden met de auto en een blaastest had geweigerd, naar eigen zeggen omdat hij zich op het moment van de staandehouding geïntimideerd voelde door de politie.[48] Van Meijeren werd op 24 maart 2023 veroordeeld tot een werkstraf van 60 uur en een week voorwaardelijke celstraf.[49][50] Van Meijeren werd op 11 juni 2024 veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur voor opruiing, voor zijn tot geweld aanzettende uitspraken tijdens een toespraak in 2022 en uitspraken in een interview, eveneens in 2022.[51] Thierry Baudet · Pepijn van Houwelingen · Gideon van Meijeren [...]
nl.wikipedia.org
27-04-2025 20:29:00 | Biografie
-
Thierry Henri Philippe Baudet (Heemstede, 28 januari 1983) is een Nederlands politicus en auteur. Baudet richtte in 2015 de denktank Forum voor Democratie (FVD) op.[1] Hij was in 2016 een van de initiatiefnemers van het Oekraïne-referendum en gold als een drijvende kracht van het tegenkamp, dat het referendum won.[2][3] FVD werd daarna omgevormd tot politieke partij, met Baudet als politiek leider. Het gedachtegoed van de partij wordt onder meer als nationaal-conservatief, radicaal-rechts en populistisch gedefinieerd, en door sommige politicologen als fascistisch.[4][5][6] Sinds 2017 zit Baudet namens deze partij in de Tweede Kamer. Baudet is een zoon van een pianodocent die doceerde aan het Koninklijk Conservatorium, een kleinzoon van de hoogleraar in de sociale en economische geschiedenis Henri Baudet (1919–1998), die op zijn beurt een zoon was van de wiskundige Han Baudet (1891–1921). De familie is afkomstig uit Maubeuge[7]. Daarnaast is hij van Indische komaf via zijn overgrootmoeder aan vaderskant, Ernestine van Heemskerck.[8] Van 1988 tot 1994 zat Baudet op een Haarlemse basisschool. Zijn ouders scheidden toen hij nog vrij jong was en Baudet woonde zowel bij zijn vader als zijn moeder. Hij gaf in zijn manifest uit 2009 aan dat het de scheiding, die hij naar eigen zeggen zwaar vond, was geweest die hem politiek kleurde. In 1994 ging hij naar het Stedelijk Gymnasium in Haarlem.[9] Na het behalen van zijn gymnasiumdiploma ging hij in 2001 geschiedenis studeren aan de Universiteit van Amsterdam. In 2002 kwam daar de studie rechten bij. In 2006 behaalde hij zijn doctoraalexamen voor rechten en een academische bachelor voor geschiedenis. In 2007 trad Baudet in dienst van de Universiteit Leiden als docent rechten.[10] Onder begeleiding van Paul Cliteur en Roger Scruton schreef Baudet zijn proefschrift The Significance of Borders: Why Representative Government and the Rule of Law Require Nation States, waarop hij op 21 juni 2012 promoveerde. Een handelseditie verscheen later dat jaar onder de titel De Aanval op de Natiestaat. Dit proefschrift en de verdediging ervan zijn omgeven door controverse: meerdere opponenten, onder wie Tom Eijsbouts en Laurens Jan Brinkhorst, hadden kritiek op het lage wetenschappelijke niveau van het onderzoek. Een lid van de promotiecommissie stemde zelfs tegen de promotie, iets wat zeer zelden gebeurt.[11][12] Het lid van de promotiecomissie Andreas Kinneging noemde Baudet's proefschrift echter bovengemiddeld.[13] In 2009 bracht hij in gezelschap van student geschiedenis Geerten Waling een bezoek aan Jean-Marie Le Pen, de oprichter van het Front National. In 2012 bezocht het duo Le Pen nogmaals om hem Baudets proefschrift De aanval op de natiestaat aan te bieden.[14][15] Begin deze eeuw was Baudet actief als presentator en maker van het programma Per Definitie bij de lokale radiozender AmsterdamFM.[16] Later presenteerde hij ook een programma voor nieuwszender BNR Nieuwsradio. In de tijd dat hij werkzaam was in Leiden schreef Baudet voor het universiteitsblad Mare. Ook had hij in 2011 en 2012 een tweewekelijkse column in NRC Handelsblad. Vanaf januari tot december 2013 was Baudet als postdoc bij hoogleraar Paul Scheffer verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Baudet was bevriend met Jort Kelder. Eind augustus 2016 zocht hij deze op en vertelde hem dat hij geen inkomsten meer had en daarom had besloten de politiek in te gaan. Tegelijkertijd zag hij dit volgens Kelder als een bijna messianistische opdracht. Baudet wilde dat Kelder meedeed, maar die voelde niets voor een carrière in de politiek.[17] Op 26 september 2016 kondigde Baudet bij het EO-radioprogramma Dit is de Dag aan met Forum voor Democratie de politiek in te willen om meer directe democratie te bewerkstelligen.[18] De partij nam deel aan de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017 met Baudet als lijsttrekker en behaalde twee zetels. Op 28 maart 2017 hield hij zijn maidenspeech in de Tweede Kamer in het Latijn met een poging een uitspraak van Cicero te variëren, wat kritiek opriep.[19] Op 12 oktober 2017 had Baudet in een Amsterdams hotel een ontmoeting met de prominente Amerikaanse alt-right-extremist Jared Taylor. Taylor waarschuwde al tientallen jaren dat "het blanke ras" door "rassenmenging aan het uitsterven is". Baudet verklaarde de ontmoeting met de uitspraak "voor ons geldt: onderzoek alle dingen en behoud het goede". Een woordvoerder van Forum voor Democratie verwierp de conclusie dat Baudet racistische of antisemitische denkbeelden zou hebben: "FVD staat voor een open, tolerant, democratisch Nederland waar individuele eigenschappen bepalend zijn; en niet sociale klasse, huidskleur, ras, geslacht of seksuele geaardheid."[20][21][22] In februari 2018 had hij een debat met Femke Halsema georganiseerd door De Balie, waarin hij weigerde in te gaan op uitspraken uit 2016 van Yernaz Ramautarsing, de nummer twee op de Amsterdamse kandidatenlijst van FVD voor de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018, over het verschil in IQ tussen volkeren.[23] Minister en vicepremier Kajsa Ollongren bekritiseerde Forum voor Democratie en hem hierop in haar Burgemeester Dales Lezing enkele dagen erna: Baudet wil "sommige Nederlanders dus anders behandelen dan andere". Baudet deed hierop aangifte wegens smaad en laster.[24] Waar hij eerder weigerde zich uit te spreken zei hij in het debat op 10 februari dat hij het evenals Theo Hiddema eens was met de uitspraken van Ramautarsing.[25] Toch moest Ramautarsing zich naar aanleiding van die affaire van de kandidatenlijst terugtrekken.[26] Baudet zelf werd bij diezelfde verkiezingen met voorkeurstemmen in de gemeenteraad van Amsterdam verkozen, maar koos er niettemin voor om zijn zetel niet in te nemen.[27] In 2018 ontving hij de Prijs voor de Vrijheid van de Vlaamse klassiek-liberale denktank Libera!. Forum voor Democratie kreeg landelijk met 14,53 procent de meeste stemmen bij de Provinciale Statenverkiezingen op 20 maart 2019. In de commentaren werd de opkomst van Baudet vergeleken met die van Pim Fortuyn.[28] Baudet baarde opzien met zijn verkiezingstoespraak, die gelardeerd was met klassieke en filosofische verwijzingen, zoals "De uil van Minerva spreidt zijn vleugels bij het vallen van de avond".[noot 1] Baudet sprak verder onder andere van "duurzaamheidsafgoderij" en "klimaathekserij", oikofobie, de "ondermijning" van Nederland door universiteiten en het tegengaan van "ongecontroleerde migratie". Ook noemde hij het beladen ideaal van de terugkeer naar een boreaal Noord-Europa.[30] Volgens sommige critici had deze toespraak een fascistisch karakter.[31][32][33][34] Baudet sprak dit later via Twitter tegen en bedoelde met "boreaal" naar eigen zeggen "noordelijk" (als in Aurora borealis) en doelde daarmee op de westerse beschaving.[35] Twee maanden later, bij de Europese Parlementsverkiezingen 2019 in Nederland, was Baudet lijstduwer op de kandidatenlijst. De partij haalde 10,96 procent van de stemmen, een daling die geweten werd aan de ophef. Baudet zelf werd met voorkeursstemmen verkozen, maar zag af van zijn zetel.[36] Op 20 november 2020 hield FVD een diner met de top-10 kandidaten voor Tweede Kamerverkiezingen in 2021. Tijdens het diner viel Baudet uit richting Joost Eerdmans, die eerder intern kritiek geuit had op Baudets coronastandpunten. Baudet herhaalde die standpunten, en zei dat corona de wereld ingebracht was door George Soros.[37] Nicki Pouw-Verweij bevroeg hem over aanpakken van antisemitisme binnen Jongerenorganisatie Forum voor Democratie (JFVD), waarover HP/ De Tijd in april van dat jaar gepubliceerd had. Baudet reageerde daarop met "Waar komt jouw kruistocht tegen het antisemitisme vandaan?" en "Bijna iedereen die ik ken is antisemiet".[37] Op 21 november publiceerde Het Parool wederom over antisemitisme binnen de jongerenorganisatie. De positie van Baudets vriend Freek Jansen, die voorzitter van de jongerenorganisatie was, kwam daardoor intern onder druk te staan. 23 november gaf Jansen intern aan zijn zevende plek op de kandidatenlijst op te geven, maar zag na interventie van Baudet daar van af.[38] Die avond kondigde Baudet echter aan op te stappen als partijleider en lijsttrekker, omdat hij het oneens was met de "trial by media" van Jansen.[39] Onder aanhoudende interne druk kondigde Baudet de volgende dag aan zijn voorzitterschap op te geven, en zag Jansen alsnog af van zijn plek op de lijst. Op 25 november kondigde Baudet echter een leiderschapsverkiezing aan, waaraan hij zelf zou deelnemen. De meerderheid van het partijbestuur - waar hij nog steeds deel van uitmaakte - was verrast en wilde Baudet royeren. Die dag lekte ook een brief van Pouw-Verweij aan het bestuur uit, waarin ze over de uitspraken van Baudet tijdens het diner van 20 november vertelt. Meerdere aanwezigen bevestigden vervolgens dat verhaal. Er volgden een aantal dagen waarin voor- en tegenstanders van Baudet ruzie maakten over de toegang tot het partijkantoor, de social media accounts en wie nog in het bestuur zat. Uiteindelijk vond op 3 en 4 december een referendum plaats met de vraag "Wilt u dat Thierry Baudet de partijleider blijft van FvD?". 76 procent van de 37.000 stemmers stemden uiteindelijk voor Baudet. Naar aanleiding van de gebeurtenissen en de uitslag verlieten veel partijprominenten de partij, waaronder Statenleden, de meeste Eerste Kamerleden en alle Europarlementariërs.[40] Dit leidde uiteindelijk tot de oprichting van politieke partij JA21. Enkele maanden na de leiderschapscrisis was Baudet bij de Tweede Kamerverkiezingen 2021 opnieuw lijsttrekker. Hij behaalde 245.323 voorkeurstemmen, net meer dan de nummer 2, Wybren van Haga. FVD behaalde acht zetels, maar twee maanden later verlieten Van Haga, Olaf Ephraim en Hans Smolders de fractie met medeneming van hun zetels, vanwege het vergelijken van coronamaatregelen met de Duitse bezetting van Nederland.[41] Naast zijn Kamerlidmaatschap is Baudet bestuurder bij de Amsterdam Media Group BV. Hij weigert echter deze functie te laten registreren in het nevenactiviteitenregister van de Tweede Kamer, alhoewel hij daar krachtens de Regelingen integriteit van de Kamer wel toe gehouden is. De Tweede Kamer schorste hem in oktober 2022 voor zeven dagen. Zijn fractiegenoten Gideon van Meijeren en Freek Jansen werden vanwege hetzelfde feit berispt. Het was voor het eerst in de geschiedenis dat de Kamer zo'n besluit nam.[42] Van 6 februari tot 29 maart 2023 was Baudet tevens Statenlid in Noord-Holland, waar hij Joyce Vastenhouw verving. Hij werd als lijstduwer in 2019 al met 56.154 voorkeurstemmen verkozen, maar besloot destijds zijn zetel niet in te nemen. Voor de Provinciale Statenverkiezingen 2023 was hij wederom lijstduwer in Noord-Holland. In januari 2025 kreeg Baudet zijn tweede kind. Per 14 januari verliet hij tijdelijk de Tweede Kamer, om met vaderschapsverlof te gaan. Hij had afgesproken dat Lidewij de Vos zijn zetel overnam.[43][44] Per 1 april 2025 keerde hij terug in de Tweede Kamer. De Aanval op de Natiestaat, het proefschrift dat Baudet schreef onder begeleiding van Paul Cliteur en Roger Scruton, gaat over nationale identiteit, Europese eenwording en multiculturalisme. Baudet betoogt in zijn onderzoek dat de democratische rechtsstaat alleen kan functioneren binnen de context van de natiestaat. Supranationalisme, zoals onder meer belichaamd door de Europese Unie, de Wereldhandelsorganisatie, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Internationaal Strafhof, is volgens hem onverenigbaar met de democratische rechtsstaat. Dit zou het geval zijn omdat de democratische rechtsstaat volgens hem landsgrenzen nodig heeft, een zekere sociale cohesie onder de bevolking en soevereiniteit in de vorm van een parlement dat verantwoording verschuldigd is aan de bevolking. Dit proefschrift ontlokte kritiek uit juridische en historische kring.[45][46] Nationalisme acht Baudet juist wenselijk, zo niet essentieel voor het functioneren van de democratie. Om de soevereiniteit van de Nederlandse bevolking te vergroten wil Baudet dat Nederland zo snel mogelijk vertrekt uit de EU.[47] Om diezelfde reden heeft hij zich kritisch uitgelaten over het Nederlandse lidmaatschap van de NAVO.[48] Daarnaast pleit hij voor meer directe democratie in de vorm van bindende volksraadplegingen naar Zwitsers voorbeeld en gekozen burgemeesters.[49] Ook laat Baudet zich met regelmaat kritisch uit over de invloed van de rechtspraak: rechters nemen in zijn ogen te vaak politieke beslissingen. "Activistische rechters doen milieu-activistische uitspraken en gaan daarmee hun boekje te buiten", stelde Baudet in januari 2020, kort nadat de rechter in de Urgenda-zaak had geoordeeld dat de Nederlandse staat meer moest doen om klimaatverandering te bestrijden. "De rechter ondermijnt zijn eigen positie. Wie bewaakt de bewakers?"[50] In oktober 2017 pleitte Baudet voor een onderzoek naar de invloed van de Hongaars-Amerikaanse zakenman en filantroop George Soros in Nederland. Volgens Baudet is George Soros "mordicus tegen het idee van soevereine staten" en moet de invloed van George Soros tijdens het Oekraïne-referendum in kaart worden gebracht. Baudet prees Viktor Orbán, de premier van Hongarije, voor zijn houding tegenover George Soros.[51] Baudet vergeleek in een interview met de extreemrechtse blog PI-NEWS in januari 2022 de "intimidatiemethoden" van de Nederlandse politie bij het optreden tegen demonstrerende coronasceptici met de onderdrukking van dissidenten in het voormalige Oostblok. Hij noemde deze methoden "karakteristiek voor alle totalitaire regimes". Volgens Baudet is Nederland op weg een totalitaire staat te worden. In het interview zei hij ook dat sinds de 1970er jaren 'Big Business' en politici elkaar ontmoeten in organisaties als het World Economic Forum en een strategie volgen om de 'macht van Big Business' en 'Big Governance' te versterken. Big Business zou als doel hebben het midden- en kleinbedrijf te verslinden en Big Governance zou de nationale identiteit willen uitroeien door de massa-immigratie te bevorderen, de nationale soevereiniteit uit te hollen en de "uitvinding van de zogenaamde dreigende catastrofes door de klimaatverandering". Hun gemeenschappelijke vijand is volgens hem natiestaat.[52] Volgens Baudet voelen veel van zijn politieke tegenstanders een groot onbehagen bij hun nationale identiteit, dat hij naar voorbeeld van zijn promotor Scruton duidt met de term oikofobie. In zijn boek Oikofobie. De angst voor het eigene (2013) beschrijft Baudet oikofobie als een verregaande vorm van cultuurrelativisme. De oikofobie zou zich op ten minste drie manieren manifesteren: via het multiculturalisme en het opengrenzenbeleid, via het modernisme in de kunst en via de Europese integratie.[53] Baudet pleit voor vermindering van immigratie van met name economisch kansarme mensen. Hij wil een immigratiebeleid naar Australisch model. Zijn argumentatie berust op de zijns inziens hoge kosten van het huidige immigratiebeleid, en het in stand willen houden van de Nederlandse natiestaat. Dat laatste omdat natiestaten zijns inziens noodzakelijk zijn voor democratie en rechtsstaat.[54] Baudet heeft in het licht van dit vraagstuk eveneens gesteld dat hij wil dat Europa 'dominant blank en cultureel blijft zoals het is'.[55][56] Baudet heeft zich ontpopt als complotdenker. In een interview kwalificeerde hij politici op nationaal niveau als zwakke tegenstanders die gemanipuleerd worden door een elite van reptielen. Dit is een verwijzing naar een opvatting van de rechts-esoterische en antisemitische publicist David Icke, die stelt dat de wereld geregeerd wordt door hybride en raszuivere reptilians, reptielachtigen. Baudets latere verweer dat dit slechts een metafoor was werd niet geloofwaardig gevonden.[57][58][59] Baudet gelooft dat cultuurmarxisme een kwalijke invloed op de westerse samenleving heeft.[60][61][62][63] In een tweet van augustus 2017 noemde Baudet de Europese Unie een "cultuurmarxistisch project (...) dat tot doel heeft de vernietiging van de Europese beschaving".[60] In april 2020 verklaarde hij:We zitten gewoon in een bepaalde situatie waarin de cultuurmarxistische linkse mainstream, van VVD, CDA tot en met D66, PvdA, GroenLinks en SP, allemaal min of meer hetzelfde willen. Dat is namelijk de vernietiging van Nederland: massa-immigratie, EU, klimaat, al die andere zaken... Zij hebben alle dagbladen, ze hebben de publieke omroep, ze hebben alle subsidiecircuits, alle musea, alle universiteiten, de hele ambtenarij, de rechterlijke macht. That's what we're up against.[64]Baudet ontkent de wetenschappelijk vastgestelde oversterfte door de coronapandemie.[65] Hij heeft de coronamaatregelen in Nederland met de Holocaust vergeleken en is door de rechter gesommeerd om tweets waarin hij deze vergelijkingen heeft gemaakt te verwijderen. Hij kreeg een dwangsom van 25.000 euro per dag of per keer wanneer de verboden worden overtreden.[66] Baudet heeft zeer tegendraadse opvattingen over de opwarming van de Aarde. Terwijl wetenschappers er over het algemeen over eens zijn dat deze opwarming een feit is en daarnaast door de mens wordt veroorzaakt, beweert Baudet dat het effect van de menselijke uitstoot van CO2 op het klimaat vaak overdreven wordt. Ook warmt volgens Baudet het klimaat veel minder op dan altijd voorspeld.[67] Verder stelt hij dat Nederland een vrijwel onmeetbaar klein effect heeft op de eventuele temperatuurstijging, van 0,00007 graden Celsius,[68] en dat daarnaast veel grote economieën vrijwel niets doen aan beperking van die uitstoot. Daaruit concludeert hij dat de Nederlandse investeringen in beperking van CO2-uitstoot niet verantwoord zouden zijn. De opvattingen over het klimaat van Baudet zorgen voor veel maatschappelijke discussie. Zo won Baudet 'de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar', een prijs die uitgereikt wordt door het webblog Sargasso.[69] Baudet krijgt echter ook steun voor zijn klimaatsstandpunten, onder meer van wetenschapsjournalisten als Simon Rozendaal.[67][70] Baudet noemt het Klimaatakkoord een voorbeeld van "klimaatreligie".[71] Ook verkondigde Baudet met regelmaat controversiële standpunten over klimaatwetenschap op tv en internet, zoals de uitspraak dat klimaatwetenschap een "duistere, hekserijachtige quasiwetenschap" is.[72] Baudet ontkent regelmatig dat hij een klimaatontkenner is aan de hand van een technisch detail: hij ziet klimaatverandering namelijk als een natuurlijk proces, dat hij niet ontkent.[73] Maar 'klimaatverandering' wordt gebruikt als eufemisme voor de 'opwarming van de Aarde door de mens' en dit is een fenomeen dat Baudet wel ontkent, hoewel dit door 97% van de klimaatwetenschappers wordt onderschreven.[74][75] In 2014 mengde Baudet zich in de maatschappelijke ophef rond versiergoeroe Julien Blanc door deze te verdedigen. Hij onderschreef in een blog de stelling van Blanc dat vrouwen door hun seksuele partner niet alleen maar met respect behandeld willen worden, maar dat mannen zich als alfaman moeten positioneren en dat vrouwen overrompeld, overheerst en overmand willen worden.[76] Deze opvattingen leidden tot kritiek op Baudet, die daarop wederom verklaarde achter de ideeën van Blanc te staan.[77][78] In de aanloop naar de verkiezingen en daarna gaf Baudet meerdere malen aan dat hij echter nooit had bedoeld dat iemand iets tegen iemand anders' zin mag doen.[79] Op een vraag van toenmalig Quote-hoofdredacteur Sander Schimmelpenninck over het ontbreken van vrouwen in de Quote 500 antwoordde Baudet in 2017 dat hij inderdaad zag dat vrouwen "minder excelleren in sommige beroepen" en meer interesse hebben in "familieachtige dingen".[80] In een interview met Powned lichtte hij deze uitspraken toe onder verwijzing naar onder meer een rapport van de OESO waaruit zou blijken dat 75% van de Nederlandse vrouwen ervoor kiest om parttime te werken.[81] Ook benadrukte Baudet dat hij verder geen oordeel over dit gegeven had, en nadrukkelijk de mogelijkheid open hield dat dit in de toekomst zou kunnen veranderen; maar dat hij slechts de huidige situatie wilde beschrijven.[82] In mei 2019 kwam Baudet in het nieuws vanwege een essay, een boekbespreking van Serotonine van Michel Houellebecq, waarin hij de nadelen van het liberalisme en de liberale samenleving wilde schetsen. Zo stelde Baudet dat het geboortecijfer in Europese landen stagneert en daalt wat volgens hem het gevolg is van modern feminisme.[83] Volgens Baudet zijn de Europese Unie en de euro op de langere termijn niet houdbaar. In september 2012 hield hij hierover zijn HJ Schoo-lezing, getiteld Pro Europa dus tegen de EU. Begin 2013 riep Baudet daarom, gesteund door onder anderen Paul Cliteur, Ewald Engelen, René Cuperus en Ad Verbrugge, op tot een referendum "over de toekomst van Nederland binnen de Europese Unie".[84] Baudet was een van de initiatiefnemers van het Burgerforum EU dat een referendum over de machtsoverdracht van Den Haag naar Brussel bepleitte.[85] Op 26 maart 2013 boden de initiatiefnemers de Tweede Kamer ruim 56.000 handtekeningen aan om een dergelijk referendum af te dwingen.[86][87] Het burgerinitiatief behaalde weliswaar ruim de ondergrens van veertigduizend ondertekenaars, maar voldeed niet aan de voorwaarde dat het onderwerp de afgelopen twee jaar niet in de Tweede Kamer was besproken. Wegens de grote belangstelling voor het onderwerp vroeg de beoordelingscommissie van de Tweede Kamer toch tijd aan voor een debat.[88] Op 21 januari 2014 werd het ingediende burgerinitiatief besproken in de Tweede Kamer,[89] waarbij Baudet een toespraak hield, maar er was geen meerderheid voor een referendum over dit onderwerp.[90] In augustus 2014 trad Baudet als gastspreker op bij de jaarlijkse IJzerwake, waar hij betoogde dat het idee dat nationalisme tot oorlog leidt en Europese eenwording tot vrede niet klopt. In het verlengde daarvan pleitte hij voor een ontbinding van België en voor een onafhankelijke Vlaamse staat.[91][92] Om zijn eurokritische gedachtegoed verder te verspreiden richtte hij in 2015 de denktank Forum voor Democratie op. In het Comité van Aanbeveling zetelden onder anderen Roger Scruton en Theodore Dalrymple. In dezelfde periode was Baudet enige tijd vaste invaller bij het PowNed-radioprogramma Echte Jannen. Daarnaast trad hij regelmatig op in het PowNed-tv-programma Studio PowNed om commentaar te leveren op het nieuws van de voorgaande week, tezamen met zakenman Erik de Vlieger en PowNed-directeur Dominique Weesie. Baudet werd bekend als een van de initiatiefnemers van GeenPeil, dat een referendum over het Europese Associatieverdrag met Oekraïne wist te bewerkstelligen.[93] Baudet was tegen het verdrag. Bij het referendum keerde een meerderheid zich tegen het verdrag,[94] maar het Nederlandse kabinet ging na aanpassingen alsnog akkoord met het Oekraïne-verdrag.[95] Baudet is voor een Nexit, een Nederlands vertrek uit de Europese Unie. De problematiek in de landen van het Midden-Oosten is volgens Baudet "structureel": er is geen oplossing voor. De reden dat er geen vrede met Israël komt is, zo stelt hij, dat de islamitische buurlanden Israël niet willen erkennen.[96] Verder staat FVD voor onvoorwaardelijke steun aan Israël, omdat het volgens de partij een bondgenoot, een succesvolle handelsnatie en een democratie is.[97] In de Syrische Burgeroorlog koos Baudet enerzijds partij voor president Assad, een 'bekende duivel', die volgens hem "een beetje liberaal" is en goed is voor de christenen in Syrië, maar hij bleef principieel tegen ingrijpen in het Midden-Oosten. In februari 2017 werd berichtte The New York Times dat Baudet tijdens de campagne voor het associatieverdrag met Oekraïne bijgestaan werd door Russen die zich voordeden als Oekraïners die tegen het associatieverdrag met de EU waren.[98] In een interview ontkende Baudet dat hij Russische propaganda verspreidde en zei dat hij enkel probeerde te reageren op wat hij "Europa's opmerkelijke Russofobie" noemde en ervoor wilde zorgen dat het Russische perspectief niet werd ondergesneeuwd. Baudet stelt zich pro-Russisch op, en bewondert in het bijzonder de Russische president Vladimir Poetin. Baudet noemde Poetin een prachtvent en streefde naar normalisering van de betrekkingen met Rusland. Hij onderschreef regelmatig de Russische voorstelling van zaken. Zo ontkende hij dat Aleksej Navalny vergiftigd zou zijn door de Russische geheime dienst.[99] Baudet weigerde ook de Russische invasie van Oekraïne in 2022 te veroordelen en zei dat het Westen schuldig was aan de oorlog. Door deze pro-Russische uitspraken wordt Baudets onafhankelijkheid in twijfel getrokken. Zo onderhield hij al tijdens de campagne voor het Oekraïnereferendum nauwe contacten met de pro-Russische Oekraïner Vladimir Kornilov. Appjes wekten de indruk dat Kornilov Baudet betaalde, wat Baudet altijd ontkende en wat niet vast is komen te staan.[100] Ook onderhoudt Baudet nauwe banden met de Britse journalist John Laughland, die jarenlang een door Rusland gefinancierde denktank leidde.[101] Verder onderhield Baudet contact met de neofascistische strateeg van Poetin, Aleksandr Doegin.[102] Baudet werd eind 2020 ook gewaarschuwd door AIVD-baas Erik Akerboom dat hij mogelijk benaderd kon worden door Russische agenten.[103] Op 26 oktober 2023 werd Baudet, toen hij een lezing ging geven aan de UGent, aangevallen door een man die met een Oekraïens accent een anti-fascistische boodschap riep.[104] Eerder die avond was er al een protest in het centrum van Gent. Een twintigtal mensen was er samengekomen om hun ongenoegen te uiten voor de komst van Baudet. Ze waren gehuld in Oekraïense vlaggen en hielden een papier vast met daarop de woorden "Neen aan Russische oorlogspropaganda. Neen aan Thierry Baudet".[105] Een maand later, op 20 november, werd Baudet in een café in Groningen met een bierfles op zijn hoofd geslagen. Een 15-jarige jongen werd hiervoor opgepakt.[106] Baudet is sinds november 2021 getrouwd.[107] Antoine Bodar, een bevriende katholieke priester die zou spreken, zegde enkele dagen ervoor af na overleg met zijn kerkelijke overheid.[108] Op 24 september 2022 werden Baudet en zijn vrouw ouders van een zoon.[109] Op 9 januari 2025 kregen Baudet en zijn vrouw een dochter.[110] Voor het boek Europees realisme - Voor een Europa van natiestaten, van auteur Derk Jan Eppink uit 2019, schreef Baudet het voorwoord. Referenties Thierry Baudet · Pepijn van Houwelingen · Gideon van Meijeren Stephan van Baarle (DENK) · Thierry Baudet (FVD) · Mirjam Bikker (CU) · Henri Bontenbal (CDA) · Laurens Dassen (Volt) · Jimmy Dijk (SP) · Joost Eerdmans (JA21) · Rob Jetten (D66) · Esther Ouwehand (PvdD) · Caroline van der Plas (BBB) · Chris Stoffer (SGP) · Frans Timmermans (GL-PvdA) · Nicolien van Vroonhoven (NSC) · Geert Wilders (PVV) · Dilan Yeşilgöz (VVD) [...]
nl.wikipedia.org
24-04-2025 14:46:00 | Biografie
-
Agnes Scarlet (Agnes) Joseph (Amsterdam, 15 april 1980) is een Nederlandse politica namens Nieuw Sociaal Contract (NSC). Sinds 6 december 2023 is zij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Aan de UvA deelde ze korte tijd een kamer met Pieter Omtzigt.[1] Joseph studeerde voor zowel actuariaat als econometrie cum laude af. Ze vertrok als actuaris bij Achmea.[2] Ook trad ze uit het bestuur van het Pensioenfonds van DNB.[3] In 2018 en 2024 werd ze uitgeroepen tot actuaris van het jaar.[4][5] In 2023 stond zij op plaats 8 van de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen.[6] Op 6 december 2023 werd ze lid van de Tweede Kamer.[7] Ze vroeg en kreeg die dag in haar eerste optreden een debat toegezegd over de stand van de Wet toekomst pensioenen met de verantwoordelijk minister.[8][9] Dit naar aanleiding eerder die dag van uitspraken van de voorzitter van pensioenfonds ABP Harmen van Wijnen.[10][11] Diederik Boomsma · Faith Bruyning · Olger van Dijk · Annemarie Heite · Harm Holman · Folkert Idsinga · Daniëlle Jansen · Agnes Joseph · Isa Kahraman · Willem Koops · Ria de Korte · Pieter Omtzigt · Wytske Postma · Ilse Saris · Jesse Six Dijkstra · Aant Jelle Soepboer · Nicolien van Vroonhoven · Sander van Waveren · Merlien Welzijn · Natascha Wingelaar [...]
nl.wikipedia.org
23-04-2025 16:43:00 | Biografie
-
Teun Huib Desiderius Struycken (Nijmegen, 30 oktober 1969) is een Nederlands politicus, voormalig advocaat en hoogleraar privaatrecht. Hij is sinds 2 juli 2024 staatssecretaris voor Rechtsbescherming in het kabinet-Schoof. Struycken is staatssecretaris namens NSC, maar geen lid van de partij.[1] Struycken bracht zijn middelbareschooltijd door aan het Stedelijk Gymnasium Nijmegen van 1981 tot 1987[2] en studeerde vervolgens rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Leiden, waar hij in 1992 afstudeerde. Tijdens zijn studie werd hij lid van LSV Minerva en van Mordenate College, de studievereniging voor excellente rechtenstudenten opgericht door Hein Schermers.[3][4] Aansluitend studeerde hij nog aan de Universiteit Panthéon-Assas (Parijs II) waar hij een diplome d'études approfondies (DEA) in het Droit privé général behaalde (1993) en aan Lady Margaret Hall, Universiteit van Oxford, waar hij in 1994 een Magister Juris behaalde.[5] Na zijn afstuderen werd hij promovendus (aio) aan de Universiteit van Tilburg bij het Schoordijk-instituut, waar hij werkte aan een proefschrift over het Nederlandse goederenrecht. Na vier jaar vervolgde hij het werk aan zijn proefschrift aan de Radboud Universiteit Nijmegen onder begeleiding van Bas Kortmann en Corjo Jansen, waar hij tevens een aanstelling als docent had. Uiteindelijk promoveerde Struycken op 24 januari 2007 cum laude te Nijmegen op het proefschrift De numerus clausus in het goederenrecht. Het proefschrift werd dat jaar tevens uitgegeven door Kluwer te Deventer in de serie Onderneming & Recht.[6] Sinds 2002 was Struycken werkzaam als advocaat bij het kantoor NautaDutilh, waar hij is gespecialiseerd in het bank- en effectenrecht. Hij houdt zich in het bijzonder bezig met faillissementen, herstructurering en internationale financieringstransacties. In september 2008 werd hij benoemd tot partner (vennoot) van het kantoor.[7] Per 1 januari 2008 was hij tevens benoemd tot gewoon hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit Utrecht voor één dag per week, met als leeropdracht het Europees goederenrecht.[8] Zijn oratie, gehouden op 18 maart 2010, was getiteld Over gewilde en ongewilde gemeenschap.[9] In 2010 won hij de publicatieprijs van de Vereniging voor Burgerlijk Recht (VBR) voor een analyse van het arrest Hamm q.q./ ABN Amro in het Tijdschrift voor Insolventierecht. Hij was hoofdredacteur van Bedrijfsjuridische berichten (Bb) en medewerker van het tijdschrift Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR).[10] Op 13 juni 2024 werd bekend dat Struycken namens NSC beoogd staatssecretaris voor Rechtsbescherming was in het te vormen kabinet-Schoof.[11] Hij is echter geen lid van NSC en is naar eigen zeggen ook niet van plan lid van de partij te worden.[1] Hij kende NSC-Kamerlid Nicolien van Vroonhoven-Kok, lid van het selectieteam voor bewindslieden, omdat ze tegelijk lid waren geweest bij LSV Minerva.[12] Tijdens de hoorzittingen voor de kandidaat-bewindslieden voor het ministerie van Justitie op 24 juni zette hij zich nadrukkelijk af tegen het gebruik van de term "omvolking" door Marjolein Faber.[13] Zijn beëdiging vond plaats op 2 juli 2024. Struycken komt uit een juridische familie: zijn vader, prof. mr. Antoon Victor Marie Struycken (1936), was hoogleraar internationaal privaatrecht aan de Radboud Universiteit. Zijn grootvader Teun Struycken (1906-1977) was minister van Justitie;[14][15] zijn over-oudoom Teun Struycken (1873-1923) hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en lid van de Raad van State, en diens zoon Arnold Struycken (1900-1955) adjunct-secretaris-generaal van de Raad van Europa. Struycken is gehuwd en heeft drie kinderen.[2] Hij is lid van de Rooms-Katholieke Kerk;[16] tot zijn benoeming als staatssecretaris was hij parochiebestuurslid van de Obrechtkerk te Amsterdam.[17][18] [...]
nl.wikipedia.org
22-04-2025 12:40:00 | Biografie
-
Gideon (Gidi) Markuszower (Tel Aviv (Israël), 27 oktober 1977) is een Israelisch Nederlandse ondernemer en politicus namens de Partij voor de Vrijheid. Sinds 2017 is hij lid van de Tweede Kamer. Van 2015 tot 2017 was hij lid van de Eerste Kamer. Markuszower volgde van 1990 tot 1996 vwo aan het Maimonides-college in Amsterdam. Na het behalen van zijn diploma studeerde hij in Israël aan een jesjiva van hogeschoolniveau en internationale betrekkingen aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Daarna studeerde hij Nederlands recht. Zijn propedeuse behaalde hij aan de Vrije Universiteit Amsterdam, zijn doctoraal in 2004 aan de Universiteit van Amsterdam. Markuszower was jarenlang actief bij vele vrijwilligersorganisaties waaronder de Stichting Bij Leven en Welzijn, de organisatie die verantwoordelijk is voor de beveiliging van de Joodse scholen, synagogen en andere Joodse instellingen.[2][3] Markuszower was voor zijn Kamerlidmaatschap ondernemer en lid van de Raad van Bestuur van de VAT IT Groep, een bedrijf dat multinationals helpt bij het terughalen van btw. Als Kamerlid bleef hij betrokken bij de organisatie, waar hij voor zijn nevenwerkzaamheden duizend euro per maand verdiende.[4] Hij was tussen 1999 en 2005 bestuurslid en woordvoerder voor Likoed Nederland, de zustervereniging van de conservatief-nationalistische partij in Israël. Vervolgens was hij politiek adviseur van Tweede Kamerlid Anton van Schijndel (VVD, in 2006 afgesplitst) tot 1 december 2006. Als PVV-kandidaat-Kamerlid trok hij zich in 2010 als nummer vijf van de kandidatenlijst terug toen CDA-minister Ernst Hirsch Ballin partijleider Geert Wilders waarschuwde dat Markuszower een "risico voor de integriteit" van Nederland zou zijn.[5] Markuszower zou volgens de AIVD informatie hebben overgedragen aan een buitenlandse mogendheid en contact hebben gehad met een buitenlandse inlichtingendienst. Naar alle waarschijnlijkheid ging het hierbij om Israël en de Mossad.[6][7] Markuszower heeft deze aantijgingen altijd stellig ontkend. Markuszower werd in 2008 door de politie aangehouden voor het dragen van een vuurwapen bij een viering van het zestigjarig bestaan van Israël. Hoewel hij een wapenvergunning had, had hij deze niet mogen vervoeren. De zaak werd uiteindelijk geseponeerd.[4] In de kerkenraad van de Nederlands-Israëlitische Hoofdsynagoge, waar Markuszower een prominent lid van was, diende Markuszower in 2010 een motie in om leden uit de gemeenschap te verbannen, als zij achter het Goldstone-rapport stonden, dat Israël beschuldigde van oorlogsmisdaden in Gaza. In de mail waarin hij de motie aankondigde waarschuwde hij voor "joodse verraders in ons midden", en noemde hij hen "verklikkers".[8][9] Bij de Eerste Kamerverkiezingen van 2015 werd Markuszower, die op de vijfde plaats van de kandidatenlijst van de PVV stond, gekozen als lid van de Eerste Kamer. Hij werd geïnstalleerd op 9 juni 2015. Hij was daar voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel en JBZ-zaken. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 werd Markuszower, die op de vierde plaats van de kandidatenlijst van de PVV stond, gekozen als lid van de Tweede Kamer. In verband hiermee trad hij op 21 maart 2017 af als lid van de Eerste Kamer. In november 2017 riep Markuszower op om als burger naast Tweede Kamerleden en gemeenteraadsleden te kiezen ook rechters te benoemen.[10] Op 14 december 2017 ontnam Kamervoorzitter Khadija Arib hem het woord toen hij minister Ferdinand Grapperhaus op het matje wilde roepen naar aanleiding van de aanval van de Palestijnse Saleh Ali op het Joodse restaurant HaCarmel in Amsterdam en diens vrijlating daags na de aanval. In 2018 nam Markuszower van Wilders de medeverdediging over van een initiatiefwetsvoorstel over administratieve detentie in het belang van de nationale veiligheid. De andere verdedigers zijn Machiel de Graaf en Sietse Fritsma. In een commissiedebat over antisemitisme stelde Markuszower in 2020 dat de Joodse diaspora aan "Stockholmsyndroom" zou lijden en een "hele slechte politieke antenne" heeft ontwikkeld, waardoor zij "altijd op die partijen stemmen die hun eigen ondergang faciliteren". Hij beschuldigde het kabinet van het "dagelijks importeren" van Jodenhaat door "massa-immigratie", en George Soros van het zijn van een "zelfhatende Jood".[11] In 2021 noemde Markuszower het migratiebeleid "één grote misdaad tegen het Nederlandse volk" waarvoor verantwoordelijke politici "voor een tribunaal gedaagd moeten worden".[12] Een jaar later vergeleek hij asielzoekers met "beesten" en "hyena's", en zei hij dat asielzoekers die van een misdaad verdacht worden geen mensen zouden zijn. Markuszower stelde later in datzelfde debat dat "de gewone Nederlander een vreemde in eigen land" en "vervangen" wordt.[13] In 2024 liet hij zich uit over het aantal Oekraïense vluchtelingen in Nederland. "Het is best te begrijpen dat mensen uit Oekraïne hiernaartoe willen komen, want ze betalen hier geen huur, geen gas, geen water en licht."[12] Tijdens de kabinetsformatie lekte Markuszower in mei 2024 een onderhandelingsdocument uit, een incident dat partijleider Wilders beschreef als een "domme fout".[14] In juni 2024 berichtten verschillende media dat Markuszower beoogd vice-premier en bewindspersoon van het nieuw op te richten ministerie van Asiel en Migratie zou zijn.[12] Op 13 juni bevestigde Wilders echter dat zijn kandidatuur terug werd getrokken door de "inhoud van de naslag", die bij alle kandidaat-bewindspersonen werd gedaan door de AIVD. Volgens demissionair minister Hugo de Jonge werd Markuszower gezien als "risico voor de integriteit van het landsbestuur"[15]. Marjolein Faber werd de minister van Asiel en Migratie.[16] Markuszower is een telg uit een Joodse familie die vele bestuursfuncties binnen de Joodse gemeenschap bekleedde. Zijn vader was jarenlang voorzitter van Joods Bijzonder Onderwijs en zijn broer voorzitter van het Nieuw Israëlitisch Weekblad. Markuszower heeft familie in Israël en bezoekt het land vaak. Hij spreekt vloeiend Hebreeuws.[17] Markuszower zelf zette zich ook in voor de Joodse gemeenschap in Nederland. Hij was bestuurlijk betrokken bij de Joodse Gemeente Amsterdam (NIHS), Bij Leven en Welzijn, lid van het Centraal Joods Overleg, bestuurder van Joodse jeugdverenigingen en penningmeester van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap. In de periode van conflicten tussen onder meer NIK, NIHS en IPOR werd hij, nadat er eerder rond zijn persoon meerdere affaires waren, in 2018 gedwongen op te stappen als bestuurslid.[18][19][20][21][22] Max Aardema · Reinder Blaauw · Maikel Boon · Vincent van den Born · Martin Bosma · Willem Boutkan · René Claassen · Patrick Crijns · Marco Deen · Teun van Dijck · Emiel van Dijk · Eric Esser · Chris Faddegon · Dion Graus · Peter van Haasen · Hidde Heutink · Patrick van der Hoeff · Léon de Jong · Alexander Kops · Gidi Markuszower · Rachel van Meetelen · Jeremy Mooiman · Edgar Mulder · Jeanet Nijhof-Leeuw · Joeri Pool · Dennis Ram · Robert Rep · Raymond de Roon · Peter Smitskam · Folkert Thiadens · Nico Uppelschoten · Jan Valize · Martine van der Velde · Elmar Vlottes · Marina Vondeling · Henk de Vree · Geert Wilders [...]
nl.wikipedia.org
22-04-2025 10:41:00 | Biografie
-
Jan Anthonie Bruijn (Den Haag, 7 februari 1958) is een Nederlands hoogleraar immunopathologie aan de Universiteit Leiden en politicus namens de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD). Sinds 2 juli 2019 is hij voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Bruijn doorliep het Rijnlands Lyceum in Wassenaar en studeerde geneeskunde aan de Johns Hopkins University in Baltimore en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij promoveerde in 1988 aan de Rijksuniversiteit Leiden op een studie naar de behandeling van chronische nierontstekingen. Hij kreeg voor deze studie financiële ondersteuning van de Nierstichting Nederland. Uiteindelijk specialiseerde hij zich in nefropathologie (nierziekten) en pathologie. Hij is werkzaam bij het Leids Universitair Medisch Centrum waar hij in 1991 universitair docent van de vakgroep pathologie werd en in 1993 universitair hoofddocent. In 1996 werd hij benoemd tot hoogleraar immunopathologie. Bruijn was in de periode 1990-1991 tevens visiting research fellow aan Harvard University Medical School. Bruijn is tevens actief binnen de VVD, zowel lokaal in Wassenaar, de afdeling Zuid-Holland-Noord als in commissies en werkgroepen van de landelijke partij. In 2010, 2012 en 2017 was hij voorzitter van de commissie die het landelijke VVD-verkiezingsprogramma schreef. In 2011 stond hij op de zeventiende plaats van de VVD-kandidatenlijst voor de Eerste Kamerverkiezingen; hij werd niet gekozen. Per 1 januari 2012 werd hij benoemd tot voorzitter van de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT). Op 6 november 2012 werd Bruijn geïnstalleerd als lid van de Eerste Kamer. Hij was benoemd in de vacature die was ontstaan door het aftreden van Jos van Rey. Bij de Eerste Kamerverkiezingen in 2015, in 2019 en in 2023 werd hij herkozen. Sinds 2016 is hij voorzitter van de Raad van Toezicht van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Bruijn was na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 informateur en formateur in Leidschendam-Voorburg en formateur in Rotterdam. Op 2 juli 2019 werd Bruijn gekozen als voorzitter van de Eerste Kamer. Op 27 juni 2023 werd hij herverkozen voor een tweede termijn als voorzitter. Bruijn was enkele jaren organist in de Leidse Pieterskerk bij de opening van het academisch jaar, evenals bij de diesviering. Pim van Ballekom · Jan Anthonie Bruijn · Paulien Geerdink · Marian Kaljouw · Tanja Klip-Martin · Marjolein van der Linden · Henk Jan Meijer · Koen Petersen · Cees van de Sanden · Rian Vogels [...]
nl.wikipedia.org
18-04-2025 08:59:00 | Biografie